Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 4

08/03/1903

zondag 8 maart 1903

Het afdeelingsonderzoek over de drie wetsontwerpen is afgeloopen gelijk ik gedacht had. De linkerzijde is vóór de spoorwegbrigade en de enquête, maar tegen de strafartikelen. Verkeerd geredigeerd zijn ze zeker, en van veel practisch effect zeker niet. Het beste zou zijn, indien de regeering het anti-posten artikel wijzigde, en ’t anti-stakingsartikel aanhield tot na de enquête: dan worden alle drie de wetten met óvergroote meerderheid aangenomen. Wellicht stemmen dan zelfs de Vrijzinnig-Democraten vóór. ’k Heb een groot aandeel genomen in de discussiën in de afdeelingen, en verder met verschillende lui geconfereerd, om in dezen geest invloed op de regeering uit te oefenen. Ook inspireerde ik in dien zin een artikel van Het Centrum, dat met instemming door de liberale pers overgenomen werd, en zelfs reeds in een deel der katholieke pers overgenomen werd. Een nieuwe spoorwegstaking is nog niet uitgebroken, doch er wordt geweldig door de anarchisten en socialisten geagiteerd.

            Dinsdag a.s. komen verschillende interpellatiën aan de orde omtrent de spoorwegstaking. Dat zal heftige debatten geven!

            Heden een aardige verrassing in den [p. 13] Volksbond. Na mijn verkiezing voor de Tweede Kamer hadden ze me een serenade willen komen brengen. Omdat de St. Josefsgezellenvereeniging met haar harmonie niet mee wilde doen – te rood!! – kwam daar niets van. Nu was ik vanmiddag op de algemeene vergadering verzocht. Daar werd onder fanfare toen een groot geteekend portret van me onthuld! ’k Heb een half uurtje gespeecht, over de drie wetsontwerpen: een tegengifje bij voorbaat, morgen en overmorgen komen de anarchisten hier spreken.

            Morgen moet ik bij minister Harte van Tecklenburg gaan eten! Saaie liefhebberij. Dat er nu zulke lamme dingen bij komen! Enfin.

uit: Dagboek IV (20 april 1895 – 8 maart 1903)