Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 4

01/10/1895

[oktober 1895]

  [...] steunen!!!) voor te schieten, opdat de Volksbond ’n eigen gebouw kon krijgen. Nu komen ze het geld vragen en ... hij antwoordt: niet eer voordat ik weer lid van het Roomsch Katholiek Comité ben!! Zoo’n vent! Hij moet toch geen greintje karakter hebben om zoo’n eisch te stellen: we hadden hem vierkant gezegd, dat we niet met hem te maken willen hebben en toch ... wil hij zèlf nog lid blijven!! Daar snap ik nu heelemaal niets van! Toch, als hij er een doel mee had, dan heeft hij het bereikt: de Volksbond is tegen ons opgeruid: wij hebben dien onschuldigen Stadhouder grovelijk mishandeld: dus wij zijn de schuld, dat de Volksbond geen eigen gebouw krijgt!!

            Maar ’t laagste van alles is, dat ze nu onze personen ook gaan belasteren; van mij zeggen ze (lees: Stadhouder) niet veel: alleen dat ik eigenlijk nog wat te jong ben, wat nu niet precies laster is!!, maar Schut!!: er is één waar feit in de heele geschiedenis: acht of tien jaar geleden is er eens een [p. 894] keukenmeid van Schut bevallen. Dit feit is nu weer opgediept: men maakt er nu van, dat Schut zijn vrouw bedrogen heeft en de vader was van dàt kind! Bovendien, hij zou zich bij de verkiezingen hebben laten omkoopen; er thans een maintenée op na houden, etc. etc.: te smeerig om het allemaal op te sommen. En dat alles wordt nu verteld om het Comité, een comité, dat ’t vorig jaar 1200 gulden aan de armen gaf!! Wie doet ’t van ’t jaar na??!, te belasteren, zwart te maken, in de hoop, dat onze voorgenomen uitvoering van Liszts St. Elisabeth zal mislukken. En ’t is zelfs zóó kras, dat ikzelf – anders nogal niet gauw bang! – in het Comité heb voorgesteld om ons niet aan die uitvoering te wagen. Zoo is besloten. Alleen zullen we dr. Schaepman vragen om van den winter een lezing te komen houden: door middel van Ermann heb ik belet bij hem laten vragen en ... de doctor heeft geantwoord, dat hij me dinsdag [p. 895] a.s. ‘gaarne’ zal ontvangen, in ’t gebouw van de Tweede Kamer. ’t Kost me vijf colleges, maar ... toch ben ik in mijn schik, dat ik dinsdag den grooten Man, dien ik zoo gaarne mijn Meester zou willen noemen, zal spreken! ’k Geloof, dat Ermann me wel een beetje èrg heeft opgekamd bij den Doctor! Enfin, de ontvangst zal er des te beter om zijn.

            Verder nog meer beroerdigheid:  ik geloof nooit dat Lize aan zal nemen voor de dansclub. Ze heeft al eens geweigerd en daar ik mijn toestemming nog maar voorwaardelijk had gegeven, heb ik toen natuurlijk ook heel leuk bedankt: als rede opgevend, dat ik wegens de uitvoering van Liszts Elisabeth geen tijd had; maar eilacie ... nu gaat die uitvoering niet door en ik zit dus vast. Nu is Lize ook nog erin gevraagd; ze heeft nog niet aangenomen, maar gezegd, dat ze er nog eens over denken zou. ’t Zal wel weer mis wezen!! [p. 896]

uit: Dagboek IV (20 april 1895 – 8 maart 1903)