vorige (31-5-1892) | | volgende (16-6-1892) | kalender |
dagboekcahier 1 02/06/1892 2 juni 1892 Welk eene verrassing! Daar komt me vanmiddag de Amsterdamsche schipper met een groot pak; wat zou ’t zijn? Eerst dacht ik, dat het een grap van een der Amsterdamsche oud-Katwijkers was; doch toen we aan ’t uitpakken gingen, riep het Scheeltje: ik voel een neus! En moe riep: dat zal Vondel zijn! En … het was Vondel!! Hoelang heb ik niet reeds uitgezien naar een buste van Vondel! Op Katwijk droomde ik ervan, thuis dacht ik erover en, welk een vreugde! Mijn laatsten verjaardag beloofde mijn heerbroer er mij een. Doch, eilacie! Vondel, ‘Neerland’s grootste en oudste poeet’ was in het ‘kleine’ Neerland niet te koop! Wèl natuurlijk Goethe of Schiller, wèl Mozart of Beethoven, wèl de Vondelcommentator Br. Gr. Mr., maar … Vondel, de dichter van Josef in Dothan en Lucifer, de dichter van de Altaergeheimenissen en van het Constantijntje, de dichter, bij het hooren van wiens naam men niet eens een Schaepman behoeft te zijn om de pols feller te voelen jagen, Vondel, was niet te krijgen. Ja, misschien, zeiden de boekhandelaars, misschien … in Berlijn!! [20] [p. 187] [...] van hem komt; als het niet van hem was, dan zou hij zich wel gehaast hebben me even te schrijven, dat hij er zich over verwonderde, dat hij er niet van wist, etc. Doch morgen krijg ik licht een brief: den gewonen weekelijkschen!! Gisterenmiddag ontving ik een brief van pater Thijm. Hij had de laatste regel van ’t vertaalde stukje (naar Geibel) iets willen verlengen. Ik had kortaf gezet: ‘met traan en lach’. In mijn antwoord had ik de regel in bescherming genomen, doch ’k heb hem niet overtuigd. Nu, ’k zal nu maar een kleine verandering erin brengen: pater Thijm is te welwillend om hem niet evenzeer welwillend te antwoorden! Hij schreef me echter nog iets, namelijk dit: ‘Het oudhollandsche zinnetje: “die haer niet wel tracteerde” zonder meer, kan dat beteekenen: die zich niet wel gedroeg? Kon het ook beteekenen: die haar (een ander persoon) niet wel behandelde … Dezer dagen namelijk was ik te Jutfaas bij pastoor Van Heukelum, die mij de uitdrukking in een oud kroniekje toonde, erbij voegend, dat zeker dominé dit had weergegeven door “die zich niet wel gedroeg” en daarop een geheel systeem had gebazeerd over het slecht gedrag van de priorin in questie’ enz. [p. 188] Een curieus geval! Pater Thijm, die mij om inlichtingen vraagt over ’t Middelnederlandsch!! Echter ook een lastig geval! ‘Zich gedragen’ en ‘behandelen’ = ‘zich gedragen ten opzichte van een ander’ is precies ’tzelfde woord: ’t Fransche se porter en maltraiter. ’k Heb reeds verschillende glossaria nagezocht, maar ’t woord ‘tracteeren’ er niet in kunnen vinden. Doch overmorgen (morgen komen mijn beide broeders thuis) zal ik maar weer eens op de bibliotheek gaan snuffelen: dan zal ik wel wat wijzer worden. ’k Heb nu pas één plaats gevonden, namelijk in den Leekenspiegel, maar daar beteekent het: handelen, handelend optreden. Dat helpt dus ook al niet veel! [20] De bladzijden 185-186 zijn uit het manuscript verwijderd. |
uit: Dagboek I (15 september 1891 tot 16 augustus 1892) |