vorige (27-5-1892) | | volgende (2-6-1892) | kalender |
dagboekcahier 1 31/05/1892 31 mei 1892 Hoera! Mijn wraak is gelukt! Vanmorgen ontving ik een brief van pater Alberdingk Thijm. Hij meldde mij, dat hij ‘met groot genoegen’ de beide versjes, die Van der Lans zoo erg [p. 183] meende te moeten afkeuren, gelezen had en dat hij ze ‘ongetwijfeld volgaarne zou opnemen’ in den Volksalmanak. Hij voegt erbij: ‘uw verzen verraden veel poëtischen zin en gemak van taal’. Van der Lans vond diezelfde verzen ‘weinig beduidend van inhoud’ en ‘niet genoeg geacheveerd van vorm’! Dus juist omgekeerd! ‘Wat al onheils broedt een wrok’!! Pater Thijm slaat me echter drie veranderingen voor; bijvoorbeeld vindt hij ‘nimmer’ wel wat germanistisch; nu, de verandering in ‘nooit’ levert geen bezwaren op. Evenmin de beide andere voorgestelde kleinere veranderingen. Wat zal Van der Lans leuk opzien, als hij ze in de Volksalmanak ziet opgenomen; ’t is toch bekend, dat ze in den laatsten tijd daar zeer nauw toezien. Gisteren kreeg ik onverwacht bezoek van Jumbo senior. ’k Zal daar kort over zijn: op den laatsten dag der Mariamaand ben ik nu juist niet in de stemming om dáárover veel te schrijven. Hij verzekerde me dan op zijn eerewoord, dat er van ‘het zaakje’ over hem hoegenaamd niets waar was: ik moest toch begrijpen, dat hij het anders aan mij als aan zijn ouden, intimen vriend, wel zou bekennen, etc. Nu weet ik zeker, dat hij gelogen heeft: ’t is wèl waar! … O sancta amicitia!! [p. 184] |
uit: Dagboek I (15 september 1891 tot 16 augustus 1892) |