Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 2

02/08/1893

donderdag 2 augustus 1893

’n Heerlijk dagje vandaag: zooeven ben ik van Noordwijkerhout thuis gekomen. Vanmorgen na de kerk van half tien ben ik [p. 407] [er] heen gegaan. Natuurlijk weer heel wat afgebabbeld met heerbroer! Hij is druk bezig voor zijn processie naar Jeroen. ’k Heb met hem afgesproken om dezen maand eens geen ‘Boekenwereld’ te schrijven: vooreerst: die Küppers weigert sommige stukken (onder andere een recensie van ’t mooie boek van pater Maumus, door Steenhoff; een stuk van Wierdels over ’t Duitsche Centrum, een nieuw ‘Schaepmanniana’ van Robertus Pullus, alleen maar omdat die stukken blijken geven van sympathie voor den doctor.) ’k Had wel idee om me heelemaal als medewerker te laten schrappen, doch ... zou ’t niet onverstandig wezen? Wie weet wat er van dat tijdschrift nog te maken zal zijn. ’k Zal hem dus voorloopig nog maar dit berichtje sturen: ‘Dezen maand ben ik verhinderd geweest iets voor “Uit den boekenwereld” te leveren.’ Kort, krachtig, ook klaar? ’k Heb nog ter recensie liggen: La légalité van Veuillot door P. v. O. (?) vertaald; verder: ‘Een woord aan onze kerkzangers, door Veritas.’ Van dit laatste [p. 408a[20]] zal mijn heerbroer de recensie leveren, maar óók dezen maand nog niet. Bovendien vond ik zooeven een brief van een postpakket op tafel liggen: óók van Küppers. ’k Ben benieuwd wat hij zal gezonden hebben.

En nu nog één dingetje: gisterenavond heb ik Lize weer eens gezien, in ’t lof. Toen ’t uit was, ging zij ’t eerst heen; niet ’t steegje door, maar de Mare af: natuurlijk moest ik haar toen passeeren, toen ik naar huis ging. Anders gaat ze altijd ’t steegje door – – – (Men noemt dat wel eens ‘gedachtenstreepjes’!).

[20] De paginanummers 408-409 zijn tweemaal gebruikt.

uit: Dagboek II (22 augustus 1892 tot 16 december 1893)