Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 1

04/10/1891

4 october 1891

Het was reeds vrij laat, gisterenavond, toen de post mij een groote enveloppe met twee postzegels bracht. Ah zoo! dacht ik, daar komt mijn Multatuli terug; en ik had goed gedacht. Nu, heel erg viel het mij niet tegen, het viel mij zelfs mee een eigenhandig schrijven van den hoofdredacteur Eygenraam te ontvangen. Hij schreef mij, dat … doch laat ik liever den brief zelven overschrijven en hem zoodoende bewaren. Le voilà :

Amsterdam, 2 october 1891.

Weledele heer,

Met de meeste belangstelling heb ik de door UEd. ons toegezonden en door ons hooggewaardeerde bijdrage voor ons blad gelezen. Het doet mij inderdaad leed dat ik, na gezette overweging, tot het besluit moest komen ze voor De Tijd onbruikbaar te achten. De toestanden in de door u geschreven artikelen aangeduid, sommige uitdrukkingen daarin gebezigd, zouden bij den eigenaardigen [p. 49] kring van lezers van De Tijd allicht gewaarwordingen in het leven roepen, die voor ons blad ongewenscht zijn. En die uitdrukkingen of aanduidingen te verzachten of weg te laten is – wij begrijpen het volkomen – onmogelijk. Integendeel, zoover het gaan kon heeft UEd. er zorg voor gedragen al datgene te vermijden wat de kiesheid of christelijke zedigheid zou kwetsen. Het onderwerp door u behandeld gedoogde een geheel zwijgen niet; maar ook het meest omzichtig spreken reeds is voor De Tijd ongeraden.

Gaarne evenwel zag ik uwe opstellen in het licht verschijnen. Wij gelooven, dat een katholiek tijdschrift als De Katholiek bijvoorbeeld er gaarne een plaats voor zou beschikbaar stellen. Zooals UEd. bekend zal zijn, is de secretaris der redactie van dat tijdschrift hier woonachtig; het is de Zeer Eerwaarde heer A.M.C. van Cooth, rector van het Piusgesticht.

Beleefd ons aanbevelende voor eventueele bijdragen van uwe zijde, noem ik mij hoogachtend,

UEd.s dienstwillige dienaar

L. Eygenraam priester, hoofdredacteur van De Tijd

Wat moet ik nu doen? ’k Weet het nog niet … [p. 50]

uit: Dagboek I (15 september 1891 tot 16 augustus 1892)