vorige (10-5-1941) | | volgende (1-11-1944) | kalender |
dagboekcahier 10 05/03/1946 Aanteekening 5 maart 1946[39] Het werd te gevaarlijk om mijn dagboek voort te zetten. Elken dag konden de moffen mij weghalen en dan mijn woning doorzoeken en dan dit dagboek vinden en in beslag nemen. Ik bracht het daarom half mei 1941 naar notaris Van der Steenstraeten en deponeerde bij hem, ter bewaring in zijn safe, mijn in drie verzegelde pakketten bij elkaar gevoegde [in] tien dikke schrijfboeken vervatte dagboek. Daar zou het, hoopte ik, wel veilig liggen. Gelukkig dat ik dit gedaan heb. Want kort daarna kreeg ik werkelijk een huiszoeking en werden allerlei boeken en papieren in beslag en meegenomen; zoo onder andere alle boeken en schrifturen tegen het nationaal-socialisme, verschillende mappen met krantenknipsels, het geheele dossier ‘Actie voor de Nieuwe Gemeenschap’, waarvan ik voorzitter was geweest. Jammer! Ik hoorde er niets meer van, maar kreeg ook niets ervan terug. Had ik mijn dagboek nog in mijn bezit gehad, het ware zeker ook meegenomen en dus voorgoed verdwenen! Wel ben ik naderhand, op losse vellen in boeken verstopt, nog weer enkele aanteekeningen gaan te boek stellen – ik zal ze nu in deel XI gaan overschrijven – maar ’t waren toch maar enkele zeer voorzichtige opteekeningen, voorzichtig, omdat er steeds gevaar bestond voor in beslagneming. Na 5 mei 1945 – de capitulatie der Duitschers – heb ik de stukken nog maar bij den notaris gelaten. Door de omstandigheden – het huizen in één kamer – kwam er toch niets van opteekenen. Nu ons verblijf als évacués in de woning van mgr. Groenen, hopen we, ten einde loopt, meende ik ’t moment wel gekomen om mijn dagboek weer in mijn bezit terug te brengen. Alzoo deed ik gisterenmiddag. [39] Deze passage is de laatste tekst in cahier X van het dagboek, bijgeschreven nadat Aalberse zijn dagboek (dat elders was ondergebracht) weer had teruggekregen. |
uit: Dagboek X (3 november 1932 tot 10 mei 1941) |