vorige (17-4-1941) | | volgende (5-3-1946) | kalender |
dagboekcahier 10 10/05/1941 zaterdag 10 mei 1941 Welk een datum: 10 mei. Vandaag is ’t een jaar geleden, dat het Duitsche leger ons land binnendrong en ons binnen vijf dagen tot capitulatie dwong. Welk een bitter jaar ligt achter ons! Welk een jaar ligt thans vóór ons? Alles wijst erop, dat de Vereenigde Staten, evenals in den oorlog van 1914-1918, ook thans weer Engeland te hulp zullen komen. Zoo zullen dan de vereenigde Angelsaksische machten staan tegenover vrijwel geheel Europa, onder de leiding van Duitschland. Maar vrij zeker zal dan ook Japan partij moeten kiezen en tegenover Amerika optreden. Voor ons Nederlandsch-Indië wordt dit een question to be or not to be. Vanmorgen deelden de kranten mee, dat dan ook Frankrijk zijn schepen met zijn vloot zal gaan beschermen. Een feit is ’t, dat Frankrijk een steeds grooter toenadering tot Duitschland vertoont. En misschien moet van Spanje, belust op Gibraltar, hetzelfde gezegd worden. En misschien zelfs van Turkije, op welks steun Engeland ongetwijfeld gehoopt had. Wat zal ’t einde zijn? Ik zie het zoo: Duitschland kan Engeland niet overwinnen, maar Engeland kan ook Duitschland niet verslaan. De vraag zal daarom zijn: welk volk zal ’t het eerst opgeven? De Engelschen zijn taai, maar de Duitschers zijn nog steeds aan de winnende hand. Wel komen er telkens weer berichten over groeiende ontevredenheid in het Duitsche volk en zelfs in het Duitsche leger, ook berichten over de bitter-felle tegenstelling tusschen het staatsleger (de Wehrmacht) en het partijleger (de S.S.). Maar daar staat tegenover, dat het Duitsche volk zal begrijpen, dat een nederlaag door revolutie of muiterij thans, veel meer nog dan in 1918, zal leiden niet alleen tot verlies van al het gewonnene, maar tot algeheele vernietiging. En zoo gaat de oorlog door. Elken nacht word je eenige malen wakker door het overvliegen van vliegtuigen en elken volgenden dag lees je in de kranten, dat de Engelschen in Duitschland en de Duitschers in Engeland dood en verderf gezaaid hebben door het uitwerpen van hun brand- en springbommen. En onderwijl wordt de voedselpositie, ook in ons land, in snellen vaart elken dag slechter. Europa en Engeland zijn als twee belegerde vestingen. Zal tenslotte de honger tot het einde dwingen? Dan zal na het zwarte jaar dat achter ons ligt, nog een zwarter jaar volgen. God geve een spoedig einde aan dezen afschuwelijken oorlog! |
uit: Dagboek X (3 november 1932 tot 10 mei 1941) |