vorige (3-10-1893) | | volgende (8-10-1893) | kalender |
dagboekcahier 2 05/10/1893 donderdag 5 october 1893 ’k Ontving vanmorgen een brief van mijn heerbroer: hij komt nog weer eens terug op Corbin et d’Aubecourt en op ’tgeen ik naar aanleiding daarvan geschreven had. Hij schrijft zoo, als wilde hij zeggen: kom, biecht me eens eerlijk op: wat is ervan an? Als je liever niet schrijven wilt, kom dan eens een middagje over. Wat zou ik doen? Hem alles vertellen? Wat zal hij er echter wel van zeggen? Doch ... er steekt toch niets kwaad in het feit, dat ik veel van een meisje houd! Zou ik het dus doen? ... ’k Zal er nog eens over denken. Morgen is ’t weer Eerste Vrijdag. Zou Lize weer in de kerk zijn? Of zou ze zaterdag thuis komen??? Ik heb vandaag de overdrukjes van mijn Jonckbloet-recensies verzonden, onder andere aan Van Cooth, pater Thijm, pater Lunter – alle drie met een brief. Verder aan dr. Schaepman (!! astrante vlegel die ik ben!), pater van Hoogstaten, pater Jonckbloet, enz. Te beginnen dinsdag over acht dagen gaan we (= Hoogstra, Prinsen, Bemmel Suyck en ik) samen elken dinsdagavond geschiedenis repeteeren. ’k Hoop, dat het wat zal uithalen! [p. 461] |
uit: Dagboek II (22 augustus 1892 tot 16 december 1893) |