vorige (29-9-1912) | | volgende (13-10-1912) | kalender |
dagboekcahier 5 06/10/1912 zondag 6 october 1912 Een rustige week, betrekkelijk. Dinsdag tot vrijdag in de afdeelingen de begrooting onderzocht. We zijn tot hoofdstuk V gekomen. Nogal prettige afdeeling. Van links alleen Roodhuyzen, Patijn, De Jongh en De Klerk. Van rechts was ik de voornaamste woordvoerder, daar Lohman als rapporteur voor hoofdstuk I aan de algemeene beraadslagingen weinig deelnam. Ging vooral over de sociale politiek, benoemingen, motu proprio over ’t privilegium fori der geestelijken. Op alle drie de punten kon ik flink afbijten. Na afloop kwamen de Anti-Revolutionairen me bedanken dat ik ’t ministerie zoo krachtig verdedigd had en vooral Talma. ’t Algemeen debat duurde drie dagen. Bij de hoofdstukken heb ik minder te vertellen. Dinsdagmiddag een fel debatje in de Kamer. Van Nispen (voorzitter) stelde voor om 15 october met de invaliditeits- en ouderdomsverzekering een aanvang te maken. Heftige oppositie van links: […][8] Goeman Borgesius, Treub, Duys, Patijn. Allemaal: overhaasting! ’t Voorstel ging er rechts tegen links door. We krijgen dus nu een zware tijd. Ik ben bezig met ’n amendement om in de lagere loonklassen de arbeiders niet de helft, maar een kleiner percentage van de premie te laten betalen en de werkgevers in verhouding hooger. In ’t Katholiek Sociaal Weekblad van gisteren heb ik dit verdedigd. Ook reeds verleden jaar bij de behandeling van de ziekteverzekering (algemeene beschouwingen). Ik heb er aan Talma over geschreven, hoe ik de zaak wilde regelen, ten deele tegemoetkomende aan de door hem in de commissie geopperde bezwaren. ‘k Ben benieuwd naar zijn antwoord. De Voorhoede kwam gisteren schitterend uit met twintig bladzijden! Twaalf ervan waren gevuld met bijdragen van ± 70 heeren. Van Loeff tot Ariëns! Wie had zoo iets vóór vijf jaren durven denken? Toen zaten we midden in de schandelijkste campagne die ooit tegen me gevoerd is. Te schandelijker, waar de eenige eigenlijke oorzaak was: vrees bij de katholieke dagbladen dat wij van De Voorhoede spoedig een dagblad zouden maken. De hoofdredacteur van De(n) Residentiebode – jhr. van Nispen – heeft me dat laatst nog ruiterlijk toegegeven! En toch … we zijn er practisch gekomen! Meer dan 25000 abonnés!! [8] Een naam is door Aalberse doorgehaald. |
uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915) |