Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 5

13/10/1912

zondag 13 october 1912

Vrijdagochtend een lange conferentie met Talma gehad. Ik bekende eerlijk dat ’t departement mijn regeling der premiebetaling beter vond dan de zijne. Hij bleef echter bij zijn bezwaren. Verschillende kon ik geheel weerleggen, wat hij toegaf. Andere moest ik als juist erkennen. Doch de vraag is: zijn de bezwaren tegen zijn stelsel (patroon en arbeider ieder de halve premie in alle, ook de laagste loonklassen, en dit zoowel bij ziekte- als invaliditeits- en ouderdomsverzekering!) niet heel wat grooter[9]. Ik beloofde hem mijn amendement op artikel 194 technisch uit te werken en hem toe te zenden; hij zou dan voor de bezorging ter griffie zorgen, indien hij geen bezwaren had tegen de uitwerking als zoodanig. Hij zal ’t amendement alleen op practische gronden bestrijden, doch de aanneming niet ontraden, maar geheel aan de Kamer overlaten. Ik heb dus wel een goede kans!

            Deze week tweemaal in Amsterdam geweest voor de commissie van beroep lager onderwijs. Ik heb de commissie, die er eerst anders over dacht, kunnen overtuigen dat het ontslag onrechtmatig was gegeven. Met algemeene stemmen werd het ontslag vernietigd!

            Dinsdag beginnen we met de behandeling der invaliditeits- en ouderdomsverzekering. Dat wordt een zware tijd voor me. Afspraak is dat er van rechts zoo weinig mogelijk bij de algemeene beschouwingen zal gesproken worden. Ik denk een korte rede te houden tegen de staatspensioneering, ook tegen de blijvende staatsbijdrage. Een praeludium voor de verdediging van mijn amendement betreffende de verdeeling der premiebetaling! Ik heb nog geen tijd gehad me te prepareeren. Maar ik denk dat ’t zóó ook wel zal gaan!

            Thuis alles nog rustig! De kleine Jan laat op zich wachten! Dat ziet er slecht uit voor de volgende week, wanneer ik alle dagen in de Kamer moet zijn.[10]

            Niet erg rustig! om zóó te moeten speechen!

[9] In het manuscript volgen hier nog de woorden: ‘moeten geacht worden’.

[10] De voorgaande alinea is in het manuscript met potlood doorgehaald.

uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915)