Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 8

07/12/1920

dinsdag 7 december 1920

Vanmorgen een onderhoud met Ruijs gehad over de instelling van een comité als door de koningin bedoeld. ’t Is geloopen zooals ik had gedacht. Hij is er wel voor, mits dat ’t  kome onder Binnenlandsche  Zaken. Dus juist wat zij niet wil! Ik ben benieuwd, hoe dit nu verder zal loopen. Zaterdag komt hij bij de koningin. Zij moet hem dan maar verder bewerken.

Van IJsselstein heeft aan de Tweede Kamer thans meegedeeld dat hij blijft. Ook dat been is dus weer in het lid. Wie volgt? Ik denk: Oorlog!

Ik heb een uitvoerige nota aan den ministerraad gezonden over 1. Invaliditeitswet, 2. Ziektewet, en 3. rijkskinderfonds met verzoek vóór ’t nemen eener beslissing eerst de rechterzijde te hooren.

De economische toestand wordt bedenkelijk. Op de wereldmarkt dalen de prijzen. Verschillende industrieën gaan twee of drie dagen per week werken of zetten geheel stop. Dat wordt een débâcle voor de werkloosheidsverzekering! Hoe we daaruit moeten komen weet ik waarlijk niet. Gisteren een lang onderhoud gehad met de Noordbrabantsche textielfabrikanten. Ze willen wel een wachtgeldregeling, mits de staat de helft betaalt. Ik kon maar een derde toezeggen. Finantiën weigert verder te gaan. Morgen hierover conferentie.

uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923)