vorige (1-2-1913) | | volgende (9-3-1913) | kalender |
dagboekcahier 5 08/03/1913 zaterdag 8 maart 1913 Een maand lang teekende ik niets op, omdat … er te veel gebeurde! Wat ware er niet te vertellen geweest over de behandeling der invaliditeits- en ouderdomsverzekering in de Tweede Kamer en over de groote vergadering te Amsterdam, over de onderhandelingen tusschen de coalitie-partijen, over mijn installatie als regent van ’t R.C. Armbestuur en Wees- en Oudeliedenhuis te Leiden, over de nog altijd ad interim beheerde portefeuille van Justitie, over de onderhandelingen betreffende de overneming van de Leidsche Courant, over de verhuizing van het Centraal Bureau uit mijn huis naar tien huizen van me vandaan; over mijn kantoor, dat gansch niet naar mijn zin gaat, over de onderhandelingen met Talma en Heemskerk betreffende de ziekteverzekering, over … doch laat ik mijn opsomming maar staken en liever ’t beetje tijd dat ik nog heb thans besteden om alvast wat op te teekenen. Justitie. De portefeuille van Justitie wordt nog steeds ad interim door mr. Heemskerk beheerd. De vorige week schijnt definitief besloten te zijn dat dit interim tot na de juni-verkiezingen zal voortduren. Blijkbaar heeft mr. Ledeboer ’t niet aangedurfd er zijn positie van advocaat-generaal aan te wagen of heeft men hem als bekeerling toch niet zoo vlak voor de verkiezingen aangedurfd. In elk geval, voorloopig is die questie van den baan. En na juni zijn er liefhebbers genoeg! Almelo. In Almelo heeft verleden zondag de centrale raad der centrale kiesvereeniging me weer met algemeene stemmen als candidaat aan de aangesloten kiesvereenigingen voorgedragen. Daar is dus blijkbaar geen kou aan de lucht en zal ik dus in juni wel weer voor vier jaar ingehuurd worden. Invaliditeits- en ouderdomsverzekering. Dit wetsontwerp werd gisteren met 54 tegen 35 stemmen aangenomen: rechts tegen links! Treurig en schandelijk is de houding van de oppositie geweest. In De Voorhoede van heden heb ik ongeveer anderhalve bladzijde over dit feit volgeschreven. Onder verwijzing daarnaar kan ik hier kort zijn. Mijn amendement betreffende de lage loonen is met slechts drie stemmen meerderheid aangenomen, nadat er drie volle dagen over gedebatteerd was! Voor de christelijke arbeiders is dit een groote voldoening, daar de wet er voor hen veel aannemelijker door is geworden. Jammer, dat er van rechts zóóvele tegenstemmers waren, dat ik er niet zonder de hulp der sociaal-democraten gekomen ben. Ik zag dit aankomen en bracht daarom vlak voor de stemming nog een wijziging in mijn amendement aan: ik vermoedde niet zonder grond, dat ik er dan met rechts alleen komen kon, terwijl dan de sociaal-democraten tegen zouden stemmen. Bovendien ware er – ’t was vlak voor de pauze – terstond gestemd, dan ware ’t ongewijzigd amendement met drie à vier stemmen meerderheid verworpen geweest. Troelstra vroeg echter terstond het woord en vroeg uitstel tot na de pauze. Toen stelde hij als sub-amendement weer voor, wat ik uit mijn amendement gelicht had. Er werd niet meer over gepraat, maar terstond gestemd. Daardoor waren enkele rechtsche leden nog afwezig. Zóó kwam ’t dat de geheele linkerzijde – op Van Karnebeek na – met vier katholieken (Nolens, Ruijs, Bolsius en Jansen) vóór Troelstra’s subamendement stemden dat nu met 39 tegen 34 stemmen werd aangenomen. Zóó was dus mijn amendement weer in zijn oorspronkelijken vorm hersteld. Het werd toen aangenomen met 40 tegen 37 stemmen! Dat was meer geluk dan wijsheid. Vóór stemden Van Veen en Duynstee uit protest tegen de houding van links die vóór ’t subamendement-Troelstra gestemd had om zóó ’t hele amendement te doen vallen. Ook stemde vóór Arts, die juist binnen kwam en niet wist dat mijn amendement weer zijn oorspronkelijke vorm had! Bovendien kwamen kort na de stemming nog binnen Lohman en Koolen die ook tegen zouden gestemd hebben! ’t Kan raar loopen! Maar in elk geval, ík ben er blij mee, want de wet is er beslist door verbeterd! Gisteren was de eindstemming over de wet. Gelijk gezegd, ze werd aangenomen, rechts tegen links. En terwijl wij ons verdrongen om Talma om hem geluk te wenschen, bleven de vrijzinnigen allen zitten! ’t Was meer dan schandelijk! Rede Amsterdam. Op 4 maart heb ik te Amsterdam, voor de gezamenlijke Roomsch-Katholieke kiesvereenigingen een rede gehouden over het concentratie-program. ’t Kwam me al heel slecht uit! Midden in ’t debat over mijn amendement. ’s Morgens hield ik in de Kamer een uitvoerige repliek op Treubs felle, tegen mij gehouden, rede. ’s Middags repliceerde hij weer heel scherp. Den volgenden dag moest ik hem nog even beantwoorden. Na de zitting moest ik mijn stenogram nog corrigeeren, terwijl we om 4 uur een zeer belangrijke clubvergadering hadden, waarin besloten werd om na Paschen niet de tariefwet, maar de ziekteverzekering te behandelen. Haast je rep je om half 6 naar Amsterdam. In de trein moest ik mijn rede nog nazien; ’k had er niets aan kunnen doen; ’k had alleen wat materiaal bij me gestoken! Kwart voor zeven was ik te Amsterdam; ging in Americain eten en 8.20 was ik in ’t gebouw der St. Josefs-Gezellenvereeniging. Hoewel de vergadering eerst om half 9 begon, moest men toen al de deuren sluiten, omdat de zaal stampvol was! Er waren 1200 zitplaatsen, maar alle zijpaden stonden ook nog propvol. ’t Was ’n magnifique gezicht, die groote, eivolle zaal, die blijkbaar ook zeer sympathiek gestemd was. Reeds bij ’t binnenkomen werd ik met gejuich ontvangen, dat zich nog eens herhaalde, toen ik mijn rede zou aanvangen. Zoo kwam ik zelf in de stemming en … ik heb twee uur aan een stuk gesproken. ’k Geloof niet dat ik ’t ooit zoo goed gedaan heb. Na afloop kwam aan ’t gejuich geen einde; telkens begonnen ze weer opnieuw. ’s Nachts logeerde ik bij mijn heerbroer en ’s morgens om 9 ½ vertrok ik weer naar Den Haag, waar ’t debat over mijn motie nog van 11 tot 2 uur werd voortgezet! En toen kon ik nog niet naar huis, want toen kwam een uitnoodiging van mr. Heemskerk om ’s avonds om 8 uur met Talma over de ziekteverzekering te confereeren. Daarover morgen wat. |
uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915) |