Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 9

08/06/1923

vrijdag 8 juni 1923

’t Is ’n drukke week geweest! Allereerst al door ’t bezoek van koning Haakon van Noorwegen. Dinsdagochtend trokken we allen in gala naar Amsterdam. We kwamen op ’t steiger, achter ’t station, tegelijk aan met de koningin. Zij gaf ons allen een hand. ’t Was gelukkig, na de tallooze regendagen die we gehad hebben, droog weer, maar zeer koud. Een stevige noordoosten wind! Precies half twaalf kwam de sloep die de koning van zijn oorlogsschip naar ’t steiger bracht, daar aan. Met ’n bons! Ik dacht, dat ’t heele steiger omging! Wie daar ’n slecht voorteken in zag, kwam bedrogen uit. ’t Bezoek is prachtig verloopen. Nadat de koningin hem begroet had, stelde zij ons aan hem voor. Met ieder maakte hij ’n praatje, met mij over ’t weer! Hij vond ’t mooi, ik koud; daar was hij aan gewoon. Wij gingen weer terug naar Den Haag. Om half zes weer van Den Haag naar Amsterdam, voor ’t galadiner, dat weer prachtig was en uitstekend. Ik zat erg prettig, tusschen de gezanten van Griekenland  en Roemenië, met wie ik gezellig heb kunnen praten. Om half een waren we weer thuis. Woensdagavond weer galaconcert in [het Gebouw van] Kunsten en Wetenschappen. ’t Was er als vroeger, maar ’t concert nog minder goed! Overdag veel besognes, om ’n voorschot aan den Koninklijken Hollandschen Lloyd, die op springen staat en over de Hanzebanken, die dezelfde neiging hebben, helaas! Voorts in de Tweede Kamer een suppletoire begrooting voor de afdeeling Handel en Nijverheid. Na eenig debat zonder hoofdelijke stemming aangenomen! Donderdag de wijziging van de ouderdomsverzekering. Nolens en Koolen zeiden me, dat ik ’t ontwerp maar niet al te warm moest verdedigen, want dat ’t vrij zeker verworpen zou worden. En ziet, ik kreeg ’t erdoor – zonder stemming!! Het debat had ook niet veel om ’t lijf. ’s Avonds om acht uur weer ministerraad. De Geer is wat toeschietelijker geworden en als Marine eenige concesssie wil doen, wil hij blijkbaar wel blijven. De beslissing werd daarom veertien dagen aangehouden.

Ik kwam met ’n voorstel om de Hanzebanken te redden. Ik wilde een centrale bank stichten, die de kredieten zou opvangen. De staat zal dan voor ± negen millioen gulden garant moeten blijven. Maar zelfs dan, zullen ze wel surséance van betaling moeten aanvragen. ’t Is wel treurig. ’t Heele aandeelenkapitaal is in ’s-Bosch en Utrecht weg en in Delft voor 75%! In 1915 heb ik met dr. Bos ’n centrale opgericht. De Hanzebanken hebben toen geweigerd mee te doen. Ik heb toen de bisschoppen nog gewaarschuwd. Maar de Hanzebanken achtten zich sterk genoeg; ze zouden desnoods een eigen centrale oprichten, wat ze echter door onderlinge jalousie niet deden. Nu word ik wel treurig in ’t gelijk gesteld! – in den ministerraad was veel oppositie tegen mijn voorstel. ’t Is ook lam, dat ’t juist alleen de katholieke banken zijn die nu misloopen! Maar tenslotte kreeg ik ’t erdoor, althans in beginsel. Vandaag weer den geheelen dag geconfereerd met Hanzebestuur en Nederlandsche Bank. Ik hoop ’t voor elkaar  te krijgen en een algemeene ramp te voorkomen. Vanavond had ik weer een diner. Mijn hoofd stond er niet naar en ik heb ’t afgezegd. Ook mijn voorstel om den Lloyd te helpen, werd in beginsel aangenomen. Ook dat kost negen millioen! Met al deze dingen zal ik in de Kamers moeten komen. Ik vrees, dat er veel oppositie tegen zal zijn.

            Morgen verzekeringscommissie van den Hoogen Raad van Arbeid om ’t rapport vast te stellen. Ik hoop er in één dag mee klaar te komen. Maar ’t zal ’n zware dag zijn!

uit: Dagboek IX (7 april 1923-2 november 1932)