Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 8

10/05/1922

woensdag 10 mei 1922

’t Gaat goed! Gisteren van één tot kwart voor twaalf alsmaar Arbeidswet, nadat eerst enkele wetjes waren aangenomen. Vandaag weer van één uur tot half zes. Nog zijn we er niet door, maar ’t schiet toch goed op. Alle amendementen die ik niet overnam zijn verworpen! Ik beschik over twee meerderheden die ik om beurten gebruik. Reactionaire amendementen worden verworpen door de groote meerderheid der rechterzijde plus sociaal- en vrijzinnig-democraten, de verscherpende amendementen worden verworpen en de artikelen worden aangenomen door wederom de groote meerderheid der rechterzijde plus de leden van de Vrijheidsbond. Zoo heb ik bijna steeds een tweederde meerderheid! De Residentiebode van vanavond sprak van: ‘een schitterende overwinning’. ’t Is leuk, zooals ik met de Tweede Kamer omspring. Er is een mij persoonlijk zeer wèlwillende atmosfeer. Daardoor is ’t debat, wat mij betreft, zeer sympathiek en ik voel me rustig en zeker van mijn zaak. Morgen ’t restant.   We beginnen dan al om half twaalf. De president rekent dat we dan om één uur klaar zijn. Na de pauze komen dan de tractaten van Washington. Ook daarbij zijn verschillende sprekers ingeschreven. Ik krijg onder andere een groote rede van Dresselhuys over de toepasselijkheid op de koloniën. Enfin, daar zal ik me ook wel doorslaan. Vrijdag komen dan de Ouderdomswet en de Landbouwongevallenwet. En dan de volgende week al deze wetsontwerpen, plus mijn begrooting, in de Eerste Kamer! Dat wordt nog ’n zware week.

            Ruijs heeft me vandaag bij de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting in de Eerste Kamer goed verdedigd. Hij kwam er tegen op dat men alle kritiek op mij richt. Mijn sociale politiek was de sociale politiek van het geheele kabinet. Goed gebruld, Leeuw!

uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923)