Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 8

13/09/1922

woensdag 13 september 1922

Hedenmiddag ontving ik ’t Koninklijk Besluit d.d. 11 september, waarbij ik als minister van Arbeid eervol ontslag krijg ‘met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten aan ons en aan den lande bewezen’,[44]  en … tevens herbenoemd ben tot … minister van Arbeid! ’t Is toch ’n zonderlinge methode. ’t Eenige resultaat is dat Finantiën er tien maal f 1,– zegel aan verdient! Gelukkig dat de oude pensioenwet nu gewijzigd is, anders zou ’t resultaat van deze onvermakelijke comedie geweest zijn, dat ik f 6000,– pensioen kreeg boven mijn traktement! Ze zouden wel denken dat wij ’t daarom uitgevonden hadden!

            Hoe dit zij, maandag 18 september vangt de nieuwe periode aan, treedt ’t tweede kabinet Ruijs op. Ik doe er aan mee met een bezwaard hart. Welk een verschil met vier jaar geleden! Toen con amore, vol animo om aan ’t werk te tijgen, thans met tegenzin tegen wat gedaan zal moeten worden! Toch schreef de Nieuwe Courant dat ik bleef, omdat ik niet heen wilde gaan!! Zouden ze dat nu werkelijk zelf gelooven?

            Ik heb zorg, niet alleen voor mijn toekomstig werk, maar ook voor mijn finantiën. Van ’t traktement zal nu een f 800,– gekort worden, en … ik kom thans al tekort! 

Ik heb eens opgemaakt wat ik zooal per jaar te betalen heb:

rente hypotheek                                  f  1235,–

rente spaarfonds                                 f  2000,–

rente leening op polis                         f   550,–

                                                                        interest                              f 3.785,–

levensverzekering New York            f 1900,–

levensverzekering Utrecht                    f   450,–

fraude [en] ongevallenverzekering    f     50,–

                                                           verzekering                       f 2.400,–

grondbelasting                                    f   108,82

straatbelasting                                     f     52,74

personeele belasting                           f    658,70

inkomstenbelasting                              f  2650,27

                                                             belastingen                      f 3.470,50

schoolgeld                                           f  400,–

Piet Katwijk                                        f 1100,–

Lou, Nel, Rie                                       f   350,–

                                                           schoolgeld                        f 1.850,–

                                                           totaal                               f 11.505,50

Mijn inkomen bedraagt ±                                      f 23.000,–

Dus voor uitgaven beschikbaar                            f 11.505,–

Dat staat gelijk met vóór den oorlog  ongeveer f 6.000,–. ’t Is duidelijk dat je met een groot gezin daarmee in Den Haag als minister moeilijk rond kunt komen. Hoe ik daarin moet voorzien, weet ik niet. Ik gebruik mijn vrijen tijd om voor ’t Katholiek Sociaal Weekblad en Het Centrum te schrijven. Maar meer dan vijf à zeshonderd gulden levert dat toch niet op. Ik heb er nu een commissariaat bij genomen van de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank, een jonge, zeer soliede levensverzekeringsmaatschappij te Schiedam. Eigenlijk in strijd met ’t besluit van den ministerraad dat we tijdens ons ministersschap geen nieuwe commissariaten zouden aannemen. Ik kan ’t alleen verdedigen door te zeggen: ik was demissionair! Ik heb verzocht ’t niet te publiceeren. Ik hoop dat ’t onopgemerkt zal blijven. Maar al geeft dat commissariaat een vijf à zeshonderd gulden, dan nog ben ik er niet.

            En dan gaat An in ’t voorjaar trouwen! Waar haal ik ’t geld vandaan?! Ik zie er geen gat in; ik hoop maar, dat Onze Lieve Heer ervoor zorgen zal. Gisteren Hoogere Textielschool te Enschede geopend. ’n Aangename dag geweest. 

[44] De volgende zes bladzijden zijn uit het manuscript verwijderd, maar daarna weer los teruggeplaatst. Bij het afknippen van de twee laatste bladzijden is in de marge enig tekstverlies ontstaan, dat echter zonder problemen kan worden aangevuld.

uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923)