vorige (12-2-1918) | | volgende (18-2-1918) | kalender |
dagboekcahier 6 16/02/1918 zaterdag 16 februari 1918 Vandaag is mijn Liesje jarig! Wat een droevige verjaardag! Gisteren was bij Gukie de temperatuur gedaald tot 35.8. Ik schrikte, toen ik haar, van Delft komende, zag. Wat was ze in 24 uren minder geworden! ’s Avonds was de temperatuur nog 35.8. Maar vreemd: ze at met smaak een boterham met koek, anderhalf schoteltje ananas. Maar haar oogjes zagen veel zwakker, hoewel haar geest helder was. Toen de zuster ’s morgens vroeg of zij ook de H. Communie wilde ontvangen, zei ze: ‘Neen, vandaag niet, morgen, dan is moeder jarig!’ Hoe had ze gehoopt dan weer thuis te zijn! Gisterenavond vreesde ik dat ze werkelijk vandaag thuis zou komen … dood. De zusters zagen den nacht met zorg komen. Tegen half acht zei ze: ‘Gaat u maar heen, u vindt dat toch niet naar? Ik ben zoo moe. Morgen! …’ Met angst gingen we naar huis en naar bed, telkens de telefoon verwachtend, die ons terugriep. Vanmorgen half acht belde ik op: tot twee uur geslapen. Toen was ze wakker geworden en vroeg aan de zuster hoe laat ’t was. Twee uur. O, dan is moeder jarig! Om half tien gingen we er weer samen heen. De temperatuur was nog verder gedaald: 35.4. Maar ze zag er iets beter uit. Weer had ze haar boterham met koek gegeten en weer wilde ze perziken en ananas. Ze lachte zoo lief tegen moeder, die jarig was! Ze had ’s morgens voor haar de H. Communie ontvangen, maar niet veel kunnen bidden. O, o, o, ’t is zoo zielig haar zóó te zien liggen en niets te kunnen doen. Die hijgende ademhaling, dat telkens zacht klagen over haar beentjes, die niet goed liggen … ’t Is hartverscheurend, in den vollen zin … Welke vreeselijke dagen maken wij door. De vrees dat zij op moeders verjaardag sterven zou zal misschien niet vervuld worden. Haar pols was iets krachtiger dan gisteren. Maar lang kan het zoo niet meer duren. Zou zij, op zondag gekomen, ook op zondag weer van ons heen gaan? Mijn God, mijn God, wij onderwerpen ons aan uw Heiligen Wil. Maar ’t is zoo zwaar dit kruis! Ach, laat haar niet lijden! … |
uit: Dagboek VI (5 november 1915 – 12 november 1918) |