vorige (26-2-1939) | | volgende (7-7-1939) | kalender |
dagboekcahier 10 18/03/1939 zaterdag 18 maart 1939 ’t Gaat eigenlijk met de santé niet naar wensch. Die griep ben ik nu wel te boven. Maar de laatste weken – in veertien dagen vijfmaal – heb ik weer veel meer last van migraine. ’t Is wel vreemd. Sinds ik met mijn eiwitarm dieet aangevangen was, hadden die migraineaanvallen zich maar zelden herhaald: eens om de twee à drie weken. Wat zou er de reden van zijn? De dokter staat er ook een beetje tegen aan te kijken. Maar ’t is ellendig, want ’t maakt je down en landerig. Wel is de hoofdpijn minder dan vroeger. Ik weet niet of de oorzaak niet buiten mij gezocht moet worden. Vroeger was een migraineaanval bij mij gewoonlijk een vermoeidheidsverschijnsel. Meermalen kreeg ik ’t vrijdagsmiddags, als ik al drie dagen achtereen de Kamer gepresideerd had. En thans, hoe rustig mijn leven ook is, bevinden we ons toch weer in een enerveerend tijdperk. Het scheen, dat Chamberlain ’t winnen zou en dat althans Duitschland met hem mee wilde werken den vrede te bewaren, ook al ging Mussolini steeds harder blaaskaken tegen Frankrijk. De burgeroorlog in Spanje – steeds een gevaar voor internationale verwikkelingen – scheen na den val van Barcelona tot een einde te komen. Engelands invloed scheen er toe te nemen. Japan en China vechten nog steeds, maar dat is ver weg en heeft nog steeds niet tot verdere complicaties geleid, al scheen ’t wel eens, dat Rusland erin gemoeid zou worden. Maar nu eensklaps heeft Hitler, in strijd met het akkoord van München, op louche wijze Tsjecho-Slowakije geannexeerd. Quasi daar te hulp geroepen, is hij met de Duitsche zwaar gemotoriseerde troepen binnen gerukt. Dit heeft in heel Europa en in Amerika een schok gegeven. Nog onder den indruk van de verkiezing van kardinaal Pacelli tot paus en zijn kroning, verleden zondag, als paus Pius XII – een naar naam en gezindheid uitgesproken vredespaus – ziet men nu eensklaps de wereldoorlog weer voor de deur staan. Gisterenavond heeft Chamberlain – de vredestichter van München! – een fel verontwaardigde rede gehouden. Begrijpe[lijk]. Hij gevoelt zich dupe van een gewetenlooze, valsche politiek. Hoe Mussolini tegenover dit alles staat, is niet volkomen duidelijk. Hij kan niet meenen, dat de positie van Duitschland door deze annexaties, tenzij voor zeer korten tijd, er sterker op geworden is. De tegenstand tegen dit optreden met geweld door Hitler is er aanzienlijk door verscherpt. ’t Is nu al wel zeker, dat als ’t tot een botsing tusschen Hitler-Mussolini en de democratische landen komt, de Vereenigde Staten zich niet afzijdig zullen houden en dat er tusschen Engeland en Rusland evenzeer een toenadering komt. Hoe ontzettend ook de eerste weken van een oorlog zullen zijn, Duitschland kan niet meenen, dat het ’t tegen al die anderen vol kan houden, te minder omdat het thans al, evenals Italië, economisch in de put zit. Ik heb zoo ’t idee, dat de Vereenigde Staten op een boycott zullen aansturen. Al komt er dan niet terstond oorlog, wij komen er dan zeker moeilijk tusschen te zitten. – Zoo is ’t leven onrustig en gespannen en ’t zou me niet verwonderen, wanneer ik daaraan mijn migraines te wijten heb, niettegenstaande mijn streng dieet, dat ik goed houd. Wat zullen de eerste dagen brengen? Ik vrees: niet veel goeds. Morgen is ’t St. Joseph, we zullen er nog maar eens extra voor bidden. Met Phons schijnt ’t nog ’t zelfde te zijn. |
uit: Dagboek X (3 november 1932 tot 10 mei 1941) |