vorige (5-2-1939) | | volgende (18-3-1939) | kalender |
dagboekcahier 10 26/02/1939 zondag 26 februari 1939 Vrijdag 3 februari hebben wij ‘heeroom’ begraven. ’t Was koud weer. De mist was wit aan de takken der boomen gevroren. Heb ik toen al een kou gepakt? Donderdag daarop, 9 februari, ben ik naar Maastricht gegaan om mijn oudsten vriend, Phons Schmedding, nog eens te bezoeken. Helaas, zijn toestand is hopeloos. Hij had prostaatvergrooting; was geopereerd, maar weldra deden de moeilijkheden zich weer voor. ’t Is nu wel kanker. Hij had veel pijn. Wij hebben afscheid van elkaar genomen. Teruggaande had ik keelpijn. Den volgenden dag, vrijdag 10 februari, was ik snipverkouden. De temperatuur liep op. Zaterdag nóg meer. Zondagmorgen begon ik al met 38.6 en ’s avonds was ’t 39.4. Een tweezijdige bronchitis met groote kans op longontsteking. Aldus de dokter, die het gevaar met geweld tekeer ging: inspuitingen met kinine ’s morgens, ’s avonds kininepillen en onderwijl [kaussit-][32]pastilles, tabletten met vitamine C, enz. Goddank is ’t goed afgeloopen. Vandaag ben ik weer voor ’t eerst uitgeweest. Toen ik beterende was, begon Lize ook. Maar ze had uit voorzorg al dagenlang kinine geslikt en zoo is ’t bij haar minder ernstig geworden, gelukkig. En morgen ga ik weer aan ’t werk. [32] Men kan dit onduidelijk geschreven woord ook lezen als ‘kaustic’. |
uit: Dagboek X (3 november 1932 tot 10 mei 1941) |