Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 7

20/07/1919

zondag 20 juli 1919

Morgen is ’t onze trouwdag, dus vandaag is ’t juist een jaar geleden, dat Nolens me gevraagd heeft om minister van Arbeid te worden.[10] Wat is er in dat jaar veel gebeurd! Deze week heeft ’t telegrammen geregend van allerlei – vooral arbeidersvereenigingen om me te feliciteeren met de aanneming van de Arbeidswet. Maandag kwam ’t geheele bestuur van ’t R.K. Vakbureau bij me op ’t departement om een reusachtigen bloemenmand aan te bieden, zeker anderhalve meter hoog! Dinsdag kwam er nog een thuis van de  Federatie van R.K. Arbeidersbonden. Ook de nabetrachtingen in de – zelfs de liberale – pers zijn bijzonder gunstig geweest.

            Vanmiddag was ik met Lize op een receptie bij Cort van der Linden. Daar ontmoette ik staatsraad Oppenheim, mijn ouden leermeester in het staatsrecht te Leiden. Hij was hevig enthousiast, vooral over de wijze waarop ik de wet mondeling had toegelicht.

[10] De voorgaande zin is in het manuscript met potlood doorgehaald.

uit: Dagboek VII (12 november 1918 tot 20 november 1920)