vorige (10-8-1923) | | volgende (5-9-1923) | kalender |
dagboekcahier 9 20/08/1923 maandag 20 augustus 1923 Eindelijk is er dan, hopelijk blijvende, beterschap in mijn steenpuistenmisère gekomen. De twee laatste groote zijn nu geheel genezen; nog een paar snel verdwijnende abcesjes en blaasjes vertoonen zich. Maar dit schijnt erop te wijzen, dat ik tegen de steenpuisten nu voorloopig immuun geworden ben. Morgen gaan we tot 29 augustus naar Heerlen. Gelukkig, dat dit tenminste nu kan, al doe ik ’t nog in vrees! Maar de dokters meenen, dat verandering van lucht ook goed kan werken. En in elk geval lachen we dan weer eens hartelijk, dat is ook gezond. Vooral Lize zal ’t goeddoen. Zaterdag 25 augustus geven we dan, nog voor ons zilveren feest, een dinertje aan de Limburgsche vrienden in Hôtel Oranje Nassau te Valkenburg. We hebben uitgenoodigd: Lies en Clemens Meuleman, Pieneke en Eugène Dumoulin, Phons en Julia Schmedding, pastoor Erens, terwijl de twee Warmondsche hoogleeraren Groenen en Aengenent er expres voor overkomen. Als ik nu maar goed ben, dan kan dat ’n lollige fuif worden. Woensdag 29 augustus moeten we al weer terug zijn, want donderdag 30 augustus om tien uur hebben [we] weer den eersten voltalligen ministerraad. Die is van belang, omdat dan ’t bezuinigingsplan van Colijn moet behandeld worden. Hij zond reeds een nota, waarin voor mij enkele zeer bedenkelijke dingen: stopzetting woningbouw, ophouden met steun aan werkloozen en dit aan de gemeenten overlaten. Verder zinspeelt hij op intrekking van de Warenwet. Dat alles is voor mij onaannemelijk. Beter is, dat hij een andere financiering wil van de sociale verzekering, waardoor de rijksbijdrage aanzienlijk verminderd wordt. Dit heb ik al drie jaar lang voorgesteld, maar Finantiën was er altijd tegen. Dat kan op mijn begrooting een twintig millioen schelen! Enfin, we zullen maar eens afwachten. De soep wordt niet zoo heet gegeten als ze opgediend wordt! Maar dit blijkt wel: we gaan een prettigen tijd tegemoet!! Ook wil hij 20% van alle salarissen afnemen. Dus f 3600,– minder! Dat is voor mij heelemaal niet vol te houden. Zondag vierde onze pastoor zijn 40-jarig feest. Ik heb voor hem ’n Oranje-Nassau veroverd, die [ik] hem zaterdagavond, toen hem ’t cadeau van de parochie (f 12.000,– voor ’n nieuw altaar) werd aangeboden, plechtig op zijn borst ben gaan spelden. Hij was er zeer door verrast. ’t Eerste, wat hij na mijn speech zeide, was: Dat had m’n moeder nog moeten beleven! Nu, ’t is dubbel en dwars verdiend. ’t Feest is gisteren en vandaag grandioos gevierd. Ik heb ’t zooveel mogelijk meegemaakt, maar ik moet nog voorzichtig zijn, daar mijn linkerbeen nog in ’t verband zit en ik dat telkens dreig te verliezen. Zaterdagochtend ben ik voor ’t eerst weer naar mijn departement gegaan. ’t Was prettig om de verheugde gezichten te zien. Mijn voornemen is om in ’t laatst van september een paar weken vacantie te nemen en die dan te Spa of Vichy door te brengen. Ik geloof, dat dit noodig zal zijn om me voor de komende moeilijke campagne te sterken. Smits heeft nu toch doorgezet om voor Futura een drie procent premieleening van tweeënhalf millioen uit te geven. Ik heb me er zoolang mogelijk tegen verzet. Maar ’t moest nu wel. Door de déconfiture van de Hanzebank is ons anderhalve ton krediet opgezegd, terwijl verschillende vijf en zes procent obligatiehouders dringend hun geld terugvragen en nieuwe zes procent obligaties op ’t oogenblik niet te plaatsen zijn. Als die premieobligatieleening slaagt, zijn we er finantieel voorgoed bovenop; er zit dan – in 40 jaar – een winst op van een millioen, terwijl we ’t geld, waarvoor we nu vijf en zes procent, bij de banken acht procent betalen, voor ongeveer vierenhalf procent hebben! Zoodra ik als minister aftreed, gaan we Het Centrum, De Voorhoede en ’t Katholiek Sociaal Weekblad aanzienlijk uitbreiden. Ook daarvoor is nieuw kapitaal noodig. Ik was er echter steeds tegen, omdat aan zulke premieobligatieleeningen nu eenmaal de naam Broekhuys vastzit! Maar enfin, ’t mòèst nu wel, noodgedwongen. Ik hoop nu maar, dat zij slaagt. |
uit: Dagboek IX (7 april 1923-2 november 1932) |