Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 2

23/09/1892

vrijdag 23 september 1892

Gisterenavond ontving ik een brief van frater Krüger. Hij schreef mij, dat de vier studiosi ‘s.j.’ van plan zijn om een dagkamer te huren en vroeg mij daarom of ik eens daarnaar wou uitzien. Een lastig geval! Er hangen wel veel bordjes uit met cubicula locanda erop, doch slechts weinig of geen met den singularis! [p. 250] ’k Heb er maar één gevonden en … daarvan heb ik nog vernomen, dat het er nu juist niet kraakzindelijk is! ’t Zou anders wel gemakkelijk zijn, ’t is vlakbij ’t collegegebouw in den Kloksteeg! ’k Heb nu maar gauw een advertentietje in De(n) Aanwijzer geplaatst. ’k Ben benieuwd of ik er mooie brieven op zal krijgen!!

            Vanmiddag ontving ik een brief van Coebergh. Hij behelst het volgende: 1. vraagt hij mij of ik een kerstlied wil maken, eenvoudig, zangerig, liefst niet grooter dan vier coupletten van acht regels, 2. liefst had hij ’t vóór 15 october, dan zal hij ’t op muziek zetten en ’t moet dan voor ultimo october klaar zijn, 3. ’t wordt òf gesteen- of geboekdrukt, waarschijnlijk ’t eerste; einde november komt het in den handel, 4. de prijs moet zeer laag zijn. Of ik niet de helft van den risico op mij zou willen nemen. Er is veel kans, dat het finantieel wel goed zal gelukken, er bestaan niet veel goede Hollandsche kerstliederen.

            Dus, stof genoeg om eens over na te denken! Ik ben van plan hem morgen te antwoorden. Het vers zal wel gaan, maar de finantieele kant? Ik zal hem eerst eens vragen hoe groot die risico is. [p. 251]

uit: Dagboek II (22 augustus 1892 tot 16 december 1893)