Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 10

26/05/1940

zondag 26 mei 1940

Nog steeds geen berichten over An en Frans en hun vier kinderen. ’t Is nu vandaag veertien dagen geleden, dat ze – op Eerste Pinksterdag – uit Breda vluchtten. We weten nu, dat ze in Zundert geweest zijn.  Maar niemand heeft ze verder gezien. Ik blijf vermoeden, dat ze naar Antwerpen doorgefietst zijn. Maar als ze daar gebleven zijn, waarom zijn ze dan nu nog niet terug? Reeds maandag jongstleden kwam de eerste groep uit Antwerpen terug. Er werd ook gepubliceerd, dat de Duitsche troepen de vluchtelingen bij hun terugkeer behulpzaam zouden zijn door ze met vrachtauto’s te vervoeren. Maar er moeten er wel 20.000 geweest zijn, waarbij zich geleidelijk tot 80.000 Belgen aansloten. Ook deze komen nu terug. ’t Is mogelijk, dat ze nog niet aan de beurt zijn kunnen komen. Maar waarom zijn ze niet per fiets teruggekeerd? ’t Is meen ik maar vier uur fietsen van Antwerpen naar Breda. Gelukkig is nu de telefonische verbinding met Breda hersteld. Gisterenavond werden we om zeven uur door Guusje opgebeld. Ze zei, dat ze nog niet terug waren, maar dat dit nog met duizenden ’t geval was. Als die nu maar niet, zooals eerst ’t plan schijnt geweest te zijn, naar Noord Frankrijk doorgegaan zijn. Daar zitten ze nu midden tusschen de strijdende legers! … Om negen uur werden we weer uit Breda opgebeld. We waren al verheugd: ze zijn dus misschien terug! Maar helaas, ’t was – wat pas na een half uur bleek – een verkeerde aansluiting. Vandaag is kapitein Schellen, alhier, met een auto naar Antwerpen om zijn  vrouw op te zoeken, bij wie we vermoedden, dat ze verbleven. Misschien hooren we dus morgen iets naders. Ir. Krul gaat morgen ook met ’n auto naar Breda. Maar wat zal hij daar kunnen vernemen, als ze er niet zijn? Toch klamp je je aan alles vast, in de vage hoop, iets te hooren. Maar we maken onderwijl angstige dagen door en onze bezorgdheid stijgt met het uur. Vandaag 26 mei, verjaardag van Phons Schmedding. Hij is gelukkig, dat hij al deze ellende niet heeft behoeven mee te maken.

uit: Dagboek X (3 november 1932 tot 10 mei 1941)