Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 6

27/08/1918

dinsdag 27 augustus 1918

Vanmorgen schreef ik dit briefje aan Nolens:

            Reverende Amice!

Over ’tgeen ik gisteren van u vernam, heb ik gisterenavond nog eens rustig kunnen nadenken.

            Dit brengt mij ertoe u twee dingen te schrijven:

1. Indien Heemskerk formateur wordt en dan Binnenlandsche Zaken krijgt, zou ’t dan wellicht niet goed zijn, mr. Rutgers voor Arbeid te vragen? Ik vraag me af, of de vreemde houding der Anti’s misschien ook veroorzaakt kan zijn door ’t feit, dat geen der leden van de Anti-Revolutionaire Kamerclub in ’t ministerie zou worden opgenomen? Gij kunt mij dan desverlangd in Justitie stoppen, dan behoeft daarvoor geen ander gevraagd te worden.

Begrijp me echter goed: ik schrijf dit niet, omdat ik dit persoonlijk een meer aangename oplossing zou vinden. Integendeel: werd mij de keus gelaten tusschen Justitie en Arbeid, dan zou ik veel liever Arbeid dan Justitie nemen. Maar aangezien er nu eenmaal geen ‘lieverkoekjes gebakken worden’, meende ik goed te doen, deze opmerking even te maken.

2. Toen ik van u de mogelijkheid vernam van  een zakenkabinet, zei ik, dat ik ’t niet goed zou vinden daarin zitting te nemen. En daar blijf ik bij. Maar ik wil er toch even bijvoegen, dat ’t mijns inziens héél gevaarlijk zou zijn, wanneer de katholieken zich geheel afzijdig hielden. We helpen dan een soort Bülow-blok tot stand komen, met links ervan de Sociaal-Democraten, en rechtsch de katholieken. Eenerzijds wordt daardoor vanzelf ’t antipapisme sterk aangewakkerd (‘tegen rood en zwart!’ wat ’n pakkende leuze!), anderzijds komen wij daardoor politiek noodwendig naast de sociaal-democraten te staan, wat vooral met ’t oog op onze arbeiders gevaarlijk nabuurschap is. Dit is mijns inziens alleen te voorkomen, doordat ook in ’t gemengd zakenkabinet katholieken zitting nemen. Maar om de verwarring bij onze menschen tot een minimum te beperken, zou ’t mijns inziens gewenscht zijn, dat dit niet waren katholieken, die op politiek of sociaal terrein vooraanstaan.

Met hartelijke groeten, totus tuus

P.Aalberse.

’t Leek me toch wel goed, dit even te schrijven, om later misverstand te voorkomen.

uit: Dagboek VI (5 november 1915 – 12 november 1918)