Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 11

28/05/1946

dinsdag 28 mei 1946

Gisteren heeft mr. Beel, thans minister van Binnenlandsche Zaken, opdracht gekregen een kabinet te vormen dat in de Tweede Kamer steun zou vinden. Hij kan dus alle kanten uit, behalve een extra-parlementair kabinet. Dus precies dezelfde opdracht als ik in 1935 ontving. Maar hij staat er nu gunstiger voor dan ik toen. Ik had toen alleen een kabinet kunnen formeeren met als meerderheid de katholieken en de sociaal-democraten. Dat ging toen nog niet; de katholieken waren daarvoor toen nog niet rijp. Had ik het gedaan, dan zou de Katholieke Staatspartij in tweeën zijn gesplitst. Thans echter zal er slechts bij een kleine minderheid bezwaar worden gemaakt tegen een samengaan met de Partij van den Arbeid, waarin de Sociaal Democratische Arbeiders Partij is opgegaan. Ik ben benieuwd hoe hij ’t doen zal. Ik beschouw hem als een bekwaam man, degelijk katholiek, maar eigenlijk met te weinig parlementaire  ervaring om als premier op te treden. Toen ik onlangs bij hem was, zei hij: ik beschouw het als de grootste fout van ons ministerie, dat er heelemaal geen menschen met ministerieele en zelfs bijna geen parlementaire ervaring in zitten. ’t Is in elk geval een goed teeken, dat hij dit bezwaar gevoeld heeft. Ik geloof niet, dat dit bij Schermerhorn ’t geval is geweest.

            We hebben nu, zeer ten schade van ons land, een jaar lang een ministerie van dilettanten gehad. Vandaar de vele fouten die ’t gemaakt heeft.

            Romme zal wel blij zijn, dat hij op deze wijze zelf van de kabinetsformatie af is.

uit: Dagboek XI (Begin november 1944 tot 7 augustus 1946)