B00116
28-02-1969
Actoren
Notulen Ministerraad
Samenvatting
4.n. Vernieuwing van de associatieovereenkomst tussen de EEG en de Afrikaanse staten. Minister Udink heeft bezwaar tegen het idee om een bestedingsplafond aan te brengen per land dat steun ontvangt via het Europese ontwikkelingsfonds. Dat zou minder effectief zijn en een bilateralisering van de hulp vereisen, iets waar Nederland zich sterk tegen verzet. Desondanks is Nederland bereid een voorstel te accepteren na enige jaren een evaluatiemoment in te bouwen. Daarnaast wil minister Witteveen graag dat van het beschikbaar gestelde bedrag een groter aandeel bestaat uit leningen t.o.v. giften.
Conclusies:
1. Nederland blijft in principe tegenstander van bilateralisering van de hulp. Indien door andere delegaties voorgesteld wordt na verloop van jaren te bekijken of er concurrentievervalsing optreedt, dan zal de Nederlandse delegatie zich daarbij aansluiten.
2. Nederland kan het voorstel inzake een aannemersregeling steunen.
3. Een wijziging van de verhouding tussen leningen en giften zal mogelijk zijn in de gevallen die Udink aangaf.
Conclusies:
1. Nederland blijft in principe tegenstander van bilateralisering van de hulp. Indien door andere delegaties voorgesteld wordt na verloop van jaren te bekijken of er concurrentievervalsing optreedt, dan zal de Nederlandse delegatie zich daarbij aansluiten.
2. Nederland kan het voorstel inzake een aannemersregeling steunen.
3. Een wijziging van de verhouding tussen leningen en giften zal mogelijk zijn in de gevallen die Udink aangaf.