Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 g. Crisis in de EEG (Zie notulen r.m.r. 29 oktober 1965, punt 3 b; m.r. 15 oktober 1965, punt 4 a en REZ 22 oktober 1965 punt 3)
Vondeling vraagt zich af of het geen tijd wordt om alternatieve oplossingen te bedenken voor de Franse obstructie in de EEG.
Luns vertelt dat met Spaak is besproken of bekeken moet worden of de EVA-landen ook tot de vijf mogen toetreden als de Fransen wegblijven.
Vondeling stelt voor een ambtelijke werkgroep naar alternatieven voor Europese samenwerking te laten zoeken, maar Luns en Den Uyl vinden het hier te vroeg voor. In vertrouwelijke sfeer wordt al wel onderzocht wat de economische consequenties zouden zijn als Frankrijk uit de EEG zou stappen.
Frankrijk zal 1 januari 1966 laten weten of het land zal blijven deelnemen aan de EEG.
Cals stelt als conclusie dat naar buiten toe nog niet de indruk gewekt zal moeten worden dat Nederland de EEG-samenwerking opgeeft, maar er zal begonnen worden met de voorbereiding van werkstukken over de mogelijkheden naar aanleiding van de Franse beslissing in januari.
Zie ook