Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
G00664
04-08-1950
Actoren
Verslag
Samenvatting
CVP/WP/Soc. 6. Vergadering sociale commissie van het Schuman-Plan, 04-08-1950.

De behandeling van de antwoorden op de questionnaire worden eerst besproken. Er wordt besloten om hier kritisch onderzoek naar te doen en hier een samenvatting over op te stellen.
Daarna gaat men in op art.26. De heer Uri is van mening dat de bevoegdheden van de H.A. niet verzwaard mogen worden. België is daar op tegen en wijst op de noodzaak voor een gemeenschappelijke oplossing.

Er wordt een nieuwe redactie van de 'objectifs' uitgedrukt in art. 26. Nederland maakt een voorbehoud en wenst zich hier over in eigen kring te beraden. Dit zal 6 of 7 augustus 1950 in Den Haag gebeuren. Italië betoogt, dat bij de beoordeling van de concurrentie voorwaarden rekening moet worden gehouden met de surplus-arbeiders. België wijst er op dat "égalisation des condition de vie" niet terug komen bij artikel 26.


Bijlage.

Art.26.
De bevoegdheid van de H.A op lonen en de arbeidsvoorwaarden, zullen worden onderworpen aan de resultaat van de volgende doelstellingen:
1). Verwijder alle loonsverlaging als manier om de
economie concurrerend te maken.
2). Verwijder alle vorm van concurrentie op basis van
uitbuiting van arbeid.
3). Verminder de verschillen in arbeid en lonen tussen
de bedrijven, want dit kan een bedreiging vormen
voor de levensstandaard en de werkgelegenheid
van kansarme bedrijven.
4). Het verminderen van de kloof tussen de kosten van
arbeid per product.
5). De aanpassingen moeten in verband met de
realisatie van de doelstellingen
in overeenstemming zijn met de externe balans van
de betrokken landen.