G00937
26-02-1953
Actoren
Memorandum
Samenvatting
Nederlands conceptmemorandum met betrekking tot de plaats van de landbouwintegratie in het kader van de samenwerking in de EPG.
Als de economische samenwerking van de EPG-staten de vorm krijgt van een douane-unie, zal de markt voor landbouwproducten geleidelijk vrijgemaakt moeten worden, wat alleen kan gebeuren onder het toezicht van een Hoge Autoriteit voor landbouw.
Ook als voor functionele samenwerking op landbouwgebied wordt gekozen is een HA nodig om effectieve samenwerking te garanderen.
De landbouwsamenwerking binnen de EPG zou moeten voldoen aan vijf voorwaarden:
1. Een supranationale organisatie moet bevoegdheden krijgen voor heel de gemeenschap en maatregelen van de nationale regeringen ten opzichte van de andere lidstaten moet op den duur verdwijnen.
2. Op termijn moet voor alle landbouwproducten de markt vrijgemaakt worden.
3. De Gemeenschap moet open zijn voor alle staten die zich willen binden aan de principes uit de resolutie van Luxemburg.
4. De handel tussen de Gemeenschap en derde staten moet zo weinig mogelijk gehinderd worden.
5. Het moet voor derde staten die geen lid worden van de Gemeenschap mogelijk zijn om nauwe banden met de Gemeenschap aan te knopen.
Als de economische samenwerking van de EPG-staten de vorm krijgt van een douane-unie, zal de markt voor landbouwproducten geleidelijk vrijgemaakt moeten worden, wat alleen kan gebeuren onder het toezicht van een Hoge Autoriteit voor landbouw.
Ook als voor functionele samenwerking op landbouwgebied wordt gekozen is een HA nodig om effectieve samenwerking te garanderen.
De landbouwsamenwerking binnen de EPG zou moeten voldoen aan vijf voorwaarden:
1. Een supranationale organisatie moet bevoegdheden krijgen voor heel de gemeenschap en maatregelen van de nationale regeringen ten opzichte van de andere lidstaten moet op den duur verdwijnen.
2. Op termijn moet voor alle landbouwproducten de markt vrijgemaakt worden.
3. De Gemeenschap moet open zijn voor alle staten die zich willen binden aan de principes uit de resolutie van Luxemburg.
4. De handel tussen de Gemeenschap en derde staten moet zo weinig mogelijk gehinderd worden.
5. Het moet voor derde staten die geen lid worden van de Gemeenschap mogelijk zijn om nauwe banden met de Gemeenschap aan te knopen.