G01270
04-06-1953
Actoren
Concept-nota
Samenvatting
Concept-nota van Maas betreft de opheffing van de kwantitatieve beperkingen gedurende de vorming van een douaneunie van 4 juni 1953.
N.a.v. het Nederlandse Memorandum III, waarin wordt gesteld dat de geleidelijke afschaffing van invoerrechten binnen de Europese Gemeenschap gepaard moet gaan met de afschaffing van kwantiatieve restricties binnen de EG, wordt volgens Maas naast invoer- ook aan uitvoerliberalisatie gedacht. De vraag rijst welke regels t.a.v. goederenliberaliatie in het Statuut van de EG moeten worden opgenomen. Naast de Code van de OEEC moeten er regels worden vastgelegd in het Statuut. Welke regels dat zijn, is afhankelijk van de gekozen methode tot de vorming van de tariefgemeenschap (notitie Financiën, 4 juni 1953).
N.a.v. het Nederlandse Memorandum III, waarin wordt gesteld dat de geleidelijke afschaffing van invoerrechten binnen de Europese Gemeenschap gepaard moet gaan met de afschaffing van kwantiatieve restricties binnen de EG, wordt volgens Maas naast invoer- ook aan uitvoerliberalisatie gedacht. De vraag rijst welke regels t.a.v. goederenliberaliatie in het Statuut van de EG moeten worden opgenomen. Naast de Code van de OEEC moeten er regels worden vastgelegd in het Statuut. Welke regels dat zijn, is afhankelijk van de gekozen methode tot de vorming van de tariefgemeenschap (notitie Financiën, 4 juni 1953).