L00085
09-11-1960
Actoren
Nota
Samenvatting
Nota met het oog op de raadszitting van de EEG op 14 en 15 november 1960 inzake voorstellen objectieve criteria minimumprijzen.
Nederland is altijd van mening geweest dat het stelsel van geleidelijke afschaffing van de handelsbelemmeringen ook voor de landbouw een van de meest werkzame en waardevolle middelen is die het Verdrag kent. Daarom vindt Nederland dat de toegelaten maatregelen die het effect van dit stelsel beperken of teniet doen, een zo beperkt mogelijke toepassing zouden moeten vinden. Enkele partnerlanden hebben echter sinds de inwerkingtreding van het Verdrag in toenemende mate van het middel van de minimumprijzen bediend als een instrument van hun nationale landbouwpolitiek. Nederland ondervindt als belangrijkst agrarisch exportland van de EEG hiervan steeds groter nadeel. Het Nederlandse belang eist dat zo snel mogelijk praktische criteria tot stand komen die het gebruik van minimumprijsstelsel binnen de perken houden. Aan het slot van de nota worden deze maatregelen opgesomd.
Nederland is altijd van mening geweest dat het stelsel van geleidelijke afschaffing van de handelsbelemmeringen ook voor de landbouw een van de meest werkzame en waardevolle middelen is die het Verdrag kent. Daarom vindt Nederland dat de toegelaten maatregelen die het effect van dit stelsel beperken of teniet doen, een zo beperkt mogelijke toepassing zouden moeten vinden. Enkele partnerlanden hebben echter sinds de inwerkingtreding van het Verdrag in toenemende mate van het middel van de minimumprijzen bediend als een instrument van hun nationale landbouwpolitiek. Nederland ondervindt als belangrijkst agrarisch exportland van de EEG hiervan steeds groter nadeel. Het Nederlandse belang eist dat zo snel mogelijk praktische criteria tot stand komen die het gebruik van minimumprijsstelsel binnen de perken houden. Aan het slot van de nota worden deze maatregelen opgesomd.