Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00149
14-02-1963
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
Luns stuurt een brief inzake de ontwikkelingen binnen de EEG na de onderbreking van de onderhandelingen tussen Engeland en de EEG.

Duidelijk is dat het Nederlandse beleid moet worden afgestemd op de nieuwe situatie. Tevens moet worden bekeken welke maatregelen op economisch en politiek terrein mogelijk zijn om banden met Engeland aan te halen. De voorlopige richtlijnen van het Nederlandse beleid moeten zijn:

- Aangezien Frankrijk het EEG-Verdrag als instrument wil gebruiken voor haar buitenlandse politiek, past behoedzaamheid bij de verdere uitbouw van de EEG;
- De dominerende rol die Frankrijk zich zelf heeft toebedeeld maakt dat Nederland met nog groter zorgvuldigheid dan voorheen met de nationale belangen rekeningen moet houden;
- Geen medewerking moet worden verleend aan beslissingen die de relaties met derde landen bemoeilijken;
- Geen beslissingen moeten worden genomen die de toetreding van Engeland in een later stadium kunnen prejudiciƫren;
- Bovengenoemde gedragslijn zal zoveel mogelijk moeten worden afgestemd met partners van de Vijf en in de Benelux. Eventueel zal Nederland bereid moeten zijn als enige land tegen een beslissing te verzetten.
In bijgevoegde nota is een overzicht opgesteld van de consequenties die deze richtlijnen hebben op verschillende onderdelen van het te voeren beleid.