Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4. Aanbevelingen inzake het conjuctuurbeleid der EEG-landen

De EC heeft een nieuw stuk opgestuurd. Witteveen heeft met Marjolin gesproken. Daarbij heeft Marjolin gezegd dat hij twijfelt of overal voldoende maatregelen worden genomen om de inflatoire ontwikkelingen tegen te gaan. Hij richtte zijn kritiek vooral op Nederland waar de spanning op de arbeidsmarkt groot is en de regering zich niet aan de aanbeveling heeft gehouden. Nederland verkeert wat de betalingsbalans betreft in een ongunstige situatie. Witteveen meent dat de conjuncturele aanbevelingen van de EEG-commissie aanvaard kunnen worden. Veldkamp betreurt echter dat zijn departement niet de stukken heeft ontvangen, zoals was afgesproken. Hij constateert ook een verschuiving van de bevoegdheden van de ministers. Hij is van oordeel dat men de verkeerde weg opgaat en is bang dat als de ontwikkeling verder gaat, het nationale beleid naar Brussel wordt verlegd. Hij wil een discussie in de Ministerraad. Andriessen wijst erop dat de moeilijkheden niet alleen op het terrein van Veldkamp liggen. Ministers die zijn afgevaardigd, spreken daar namens het Nederlandse kabinet. Over en weer zal men dus vertrouwen in elkaar moeten opbrengen.