Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00403
20-10-1949
Samenvatting
Nota inzake het Nederlandse standpunt ten opzichte van de resoluties in de Consultatieve Assemblée te Straatsburg.
Volgens de nota is de kernvraag of Nederland in beginsel bereid is gehoor te verlenen aan de verdere ontwikkeling van de Raad van Europa. Deze moet bevestigend worden beantwoord. Een afwijzende houding zou negatieve gevolgen hebben, ook in de relaties met andere landen. De vraag is echter of er geen verdubbeling van werk ontstaat t.o.v. andere organen. Dit is m.n. van belang voor de aanbevelingen inzake economische en sociale samenwerking en de rechten van de mens.
Conclusie is dat de regering voorlopig een gereserveerd standpunt wil innemen tegenover uitbreiding van de werkzaamheden van de Assemblée en tegenover eventuele voorstellen om i.h.k.v. de Raad van Europa nieuwe commissies op te richten. Wel zou de regering voorstander kunnen zijn van versterking van de bevoegdheden van de Assemblée.