S00559
22-11-1957
Actoren
Brief
Samenvatting
vd Beugel plaatst kanttekeningen bij het verslag van de eerste bespreking van de Ministeriële Groep voor de Vrijhandelszone, te Parijs op 14, 15, en 16 november.
Het is van groot nut gebleken dat de problematiek reeds in de Interim Commissie van de EEG werd voorbereid en dat de ministeriële vertegenwoordigers van de zes dagelijks een voorbespreking houden. Een vrijhandelszone kan niet tot stand komen als de zes het niet eens worden over de modaliteiten. Allleen maar standpunten naar voren brengen waarover men het eens is, is onmogelijk en ongewenst. In dat geval wordt het gemeenschappelijke standpunt bepaald door degene die het minst voor de vrijhandelszone voelt.
Nederland kan in de onderhandelingen de rol van bemiddelaar vervullen. Volgens vd Beugel zou het niet tot stand komen van de vrijhandelszone zowel economisch als politiek in Europa ernstige repercussies kunnen hebben. De Engelsen zouden wel eens samen met de Scandinaviërs kunnen denken aan een economisch alternatief.
Luns pleit voor het voortzetten van de tot nu toe gevolgde lijn; een alternatief ziet hij niet.
Bijgevoegd: tweede brief dd. 23-11-1957 met uitgebreider inhoudelijk verslag.
Het is van groot nut gebleken dat de problematiek reeds in de Interim Commissie van de EEG werd voorbereid en dat de ministeriële vertegenwoordigers van de zes dagelijks een voorbespreking houden. Een vrijhandelszone kan niet tot stand komen als de zes het niet eens worden over de modaliteiten. Allleen maar standpunten naar voren brengen waarover men het eens is, is onmogelijk en ongewenst. In dat geval wordt het gemeenschappelijke standpunt bepaald door degene die het minst voor de vrijhandelszone voelt.
Nederland kan in de onderhandelingen de rol van bemiddelaar vervullen. Volgens vd Beugel zou het niet tot stand komen van de vrijhandelszone zowel economisch als politiek in Europa ernstige repercussies kunnen hebben. De Engelsen zouden wel eens samen met de Scandinaviërs kunnen denken aan een economisch alternatief.
Luns pleit voor het voortzetten van de tot nu toe gevolgde lijn; een alternatief ziet hij niet.
Bijgevoegd: tweede brief dd. 23-11-1957 met uitgebreider inhoudelijk verslag.