Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01013
16-04-1955
Samenvatting
285. Vervoerpolitiek en Europese integratie.
In het memo wordt een eerste poging gedaan een het standpunt van BuZa inzake de verkeersintegratie te concretiseren.
Indien men de noodzaak van integratie in de vervoerssector aanvaardt, moet men ervan uitgaan dat de drie vervoerstakken (binnenwateren, spoorwegen en wegverkeer) gelijkgerechtigd zijn en in onderlinge concurrentie naast elkaar moeten kunnen voortleven. Een van de eerste daden bij het ter hand nemen van economische integratie moet zijn de integratie van het transport. Volledige integratie van het intra-Europese verkeer zal alleen mogelijk zijn in het kader van de Europese gemeenschappelijke markt, die gebaseerd moet zijn op vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitalen. Indien men deze gemeenschappelijke markt voorshands niet realiseerbaar acht, kan men uiteraard trachten het transport als afzonderlijke sector te integreren. Men zal echter als snel stuiten op de moeilijkheid dat het verkeer directe invloed uitoefent op bijna alle andere economische sectoren.
Verder wordt ingegaan op de mogelijkheid van een sectorsgewijze integratie van transport binnen de EGKS. Deze zal echter met aanzienlijk meer moeilijkheden gepaard gaan en minder waarborgen bieden voor de Nederlandse belangen.
Zie ook