Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01081
08-12-1956
Actoren
Memorandum
Samenvatting
2177. Overzeese gebiedsdelen en de gemeenschappelijke markt.
Verslag van een onderhoud met Belgische ambtenaren. Hieruit bleek dat de opvattingen elkaar zeer aan het naderen zijn, maar dat er nog een groot verschil met de Fransen bestaat. Ook de Belgen zijn nu van mening dat het onjuist zou zijn om in het verdrag iets anders te regelen dan het commerciële regiem tussen de zes landen van de gemeenschap en de overzeese gebiedsdelen. Ze willen nu een principiële uitspraak in het verdrag doen over de samenwerking tussen de Afrikaanse gebieden en de gemeenschappeljke markt, waarbij het investeringsfonds een rol zou spelen, maar deze verklaring later door de gemeenschapsorganen laten uitwerken.
Van Nederlandse zijde is gezegd dat men zich daarmee akkoord kan verklaren., omdat het nooit de bedoeling is geweest de samenwerking tussen de Afrikaanse gebieden en Europa uit te sluiten.
De delegatie heeft met het gesprek de spits afgebeten in de strijd tegen de Franse pretenties. De Belgen zullen een formulering maken voor de principiële verklaring in het verdrag. Zij zullen het ook op zich nemen om de Fransen te overtuigen.