Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01391
21-03-1958
Actoren
Brief en verslag
Samenvatting
Verslag Raad van Ministers EEG en Euratom op 18 maart te Straatsburg.
- Hallstein gaf een overzicht van de conclusies waartoe de Commissie was gekomen inzake de vrijhandelszone. Hij onderstreepte het grote belang en betoogde dat de EC van mening was, dat de totstandkoming van een verdrag voor de vrijhandelszone van essentieel belang werd geacht. De rol van de commissie zou kunnen zijn om de zes regeringen behulpzaam te zijn bij het vinden van een gemeenschappelijke standpunt t.a.v. essentiƫle onderdelen van het verdrag en ervoor moet waken dat oplossingen worden gevonden, die verenigbaar zijn met het EEG-verdrag en de taak van de instituten.
De Commissie is een algemeen voorstander van het verminderen van handelsbelemmeringen in de wereld en zij erkent de speciale banden, welke de OEES-landen met elkaar hebben en het belang voor de EEG om deze banden te versterken.
Van Nederlandse zijde werd gevraagd dat de Commissie haar standpunt uiteenzet in een document.