S01439
01-09-1965
Actoren
Brief en verslag
Samenvatting
Raden van Ministers EEG/Euratom op 26 en 27 juli 1965.
Eerste bijeenkomst zonder Frankrijk. Voordat de reguliere agenda werd behandeld vond er een algemeen debat plaats. Spaak was van mening dat men moest weten wat men kon doen en wat de zin was van wat men deed.. Hij achtte het niet redelijk om te doen alsof er een normale situatie bestond. Hij was eigenlijk tegen een Raadsvergadering. Na lange overweging meende echter dat de vergadering wel kon bijeenkomen en ook kon beraadslagen. De vraag of er ook gestemd kon worden, wilde hij openlaten. Schröder meende echter dat men de plicht had de Gemeenschap in stand te houden, ook als leden van de Raad. Hij meent dat er moet worden voortgegaan. Ook Luns was deze mening toegedaan.
Conclusie is 1) dat de raad kan bijeengeroepen worden, 2) kan beraadslagen, 3) de afwezigheid van een lid brengt de noodzaak mee voorzichtig de procederen, zonder de continuïteit van de Gemeenschap in gevaar te brengen, 4) het is niet opportuun om nu de positie van de Raad verder te definiëren, 5) Men zal daarom stemmingen vermijden en voor de te nemen besluiten de schiftelijke procedure volgen. Spaak kan zich met 1, 2 en 5 verenigen, maar keert zich tegen de opvatting van Luns dat bij passieve deelneming besluiten mogelijk zouden zijn en ook tegen de suggestie dat hij de zaken buiten de Gemeenschap zou willen behandelen. Luns merkte op dat Spaak hem verkeerd begrepen had.
Vervolgens werd uitvoerig gesproken over de door Frankrijk bekriseerde Commissievoorstellen inzake financiering van de landbouwpolitiek, eigen middelen van de Gemeenschap en versterking parlementaire bevoegdheden. Afgesproken werd de discussies voort te zetten.
Ook werd gesproken over de Kennedy-ronde (GATT) en de associatie van Nigeria.
Eerste bijeenkomst zonder Frankrijk. Voordat de reguliere agenda werd behandeld vond er een algemeen debat plaats. Spaak was van mening dat men moest weten wat men kon doen en wat de zin was van wat men deed.. Hij achtte het niet redelijk om te doen alsof er een normale situatie bestond. Hij was eigenlijk tegen een Raadsvergadering. Na lange overweging meende echter dat de vergadering wel kon bijeenkomen en ook kon beraadslagen. De vraag of er ook gestemd kon worden, wilde hij openlaten. Schröder meende echter dat men de plicht had de Gemeenschap in stand te houden, ook als leden van de Raad. Hij meent dat er moet worden voortgegaan. Ook Luns was deze mening toegedaan.
Conclusie is 1) dat de raad kan bijeengeroepen worden, 2) kan beraadslagen, 3) de afwezigheid van een lid brengt de noodzaak mee voorzichtig de procederen, zonder de continuïteit van de Gemeenschap in gevaar te brengen, 4) het is niet opportuun om nu de positie van de Raad verder te definiëren, 5) Men zal daarom stemmingen vermijden en voor de te nemen besluiten de schiftelijke procedure volgen. Spaak kan zich met 1, 2 en 5 verenigen, maar keert zich tegen de opvatting van Luns dat bij passieve deelneming besluiten mogelijk zouden zijn en ook tegen de suggestie dat hij de zaken buiten de Gemeenschap zou willen behandelen. Luns merkte op dat Spaak hem verkeerd begrepen had.
Vervolgens werd uitvoerig gesproken over de door Frankrijk bekriseerde Commissievoorstellen inzake financiering van de landbouwpolitiek, eigen middelen van de Gemeenschap en versterking parlementaire bevoegdheden. Afgesproken werd de discussies voort te zetten.
Ook werd gesproken over de Kennedy-ronde (GATT) en de associatie van Nigeria.