Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01464
12-04-1961
Samenvatting
Brief begeleidt een memorandum van de Nederlandse leden van de Europese Commissies inzake de politieke conferentie van 19 mei 1961 te Bonn. Zij stellen hierin drie punten aan de orde: a) voorstellen ter versterking en betere ontwikkeling van de Europese Gemeenschappen en haar instellingen, b) voorstellen nopens het politieke overleg op hoog niveau, c) voorstellen nopens de betrekkingen met Groot-Brittanniƫ.
Ad b) A. Geen uitholling van de instellingen der drie Gemeenschappen door dit overleg, dat niet mag ontaarden in een soort appel-instantie voor de Conseils der Gemeenschappen. B. Indien in dit politiek overleg kwesties aan de orde zouden komen die de taken van de Gemeenschappen raken, dienen de Commissies te worden uitgenodigd. C. Het overleg op hoog niveau heeft vnl betrekking op onderwerpen van buitenlandse politiek. De voorbereiding dient te geschieden door de ministers van Buitenlandse Zaken. De technische verzorging kan worden opgedragen aan de secretaris-generaal van de Raden der drie Gemeenschappen of worden verzorgd door het land dat bij toerbeurt het voorzitterschap vervult.
Ad c) Hoewel Nederland zou kunnen afzien van de voorwaarde dat het VK aan het politiek overleg zou moeten deelnemen, zou zij wel kunnen stellen dat indien Engeland tot de Gemeenschappen zou willen toetreden dit door de zes zou worden toegejuicht. Op deze basis zou zij dan tevens aan het politiek overleg kunnen deelnemen.
Zie ook