Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01511
09-07-1959
Actoren
Verslag
Samenvatting
Verslag van het Comité Spécial (Associatie-Vrijhandelszone) van de EEG, 9 juli 1959.
1. Op Duits verzoek werd stilgestaan bij het plan van de zeven voor de vorming van een afzonderlijke vrijhandelszone. Mülller-Armack meende dat ment het project van de zeven serieus moet nemen. Er zijn nu twee opties: 1) alsnot vormen van een multilaterale associatie van 17 landen, 2) het slaan van een brug tussen de twee preferentiële areas. Het is nu noodzakelijk spoed te betrachten bij het bepalen van een EEG-standpunt.
Nederland meent dat men niet meer passief kan blijven. Als wij niet tot een gemeenschappelijk standpunt kunnen komen, kan dat slechts een bewijs van innerlijke zwakte van de EEG zijn. Daarbij is het van bijzonder belang om de positie van Frankrijk te leren kennen. Er moet een duidelijke politieke wil zijn om tot een multilaterale associatie te komen. Van Franse zijde werd ontwijkend gereageerd. Rey noemde de ontwikkelingen tot nu toe teleurstellend. De Commissie was van mening dat het overleg met de elf op basis van het Commissie-document vruchtdragend had kunnen werken. De Raad had dit echter geblokkeerd.
Afgesproken werd dat in oktober zal worden gewerkt aan een gemeenschappelijk standpunt.