Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01556
07-12-1961
Samenvatting
Verslag Beperkte Groep uit Coördinatiecommissie voor toetredingsproblemen, 7 december 1961.
1. Onderontwikkelde landen en gebieden van het Gemenebest. De vergadering was het eens dat onderontwikkelde landen van het Gemenebest de mogelijkheid tot associatie moet worden geboden, waarbij nog in het midden wordt gelaten wat de inhoud zou moeten zijn. Ter vermijding van een principiële discussie zou kunnen worden aangesloten bij de productsgewijze benadering van de Europese Commissie. Bezwaar moet worden gemaakt tegen de gedachte dat prioriteit moet worden verleend aan 'associés de la première heure'. Zou de stelling door andere landen van de zes worden verdedigd dat aan de tot nog toe geassocieerde landen een duidelijke preferentie moet worden verleend, dan zou van Nederlandse zijde moeten worden gesteld, dat dit standpunt zijn consequenties heeft voor de Nederlandse bereidheid om tot een nieuwe associatie-overeenkomst te komen met de landen van deel IV [van het EEG-verdrag].
De niet-zelfstandige gebieden van het Gemenebest zullen moeten worden geassociëerd onder de voorwaarden van deel IV.