Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01606
11-11-1968
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie 11 nov. 1968.
De CoCo kwam in beperkte samenstelling bijeen om van gedachten te wisselen over de situatie ontstaan na de EEG-Raadszitting van 4 en 5 nov. en zich te beraden over de gedragslijn in het Coreper nu alle toetredingsvraagstukken naar dat comité zijn verwezen.
Meen meende dat de discussie in het Coreper niet te langdurig mocht zijn en dat spoedige terugverwijzing naar de Raad gewenst is. Voor Nederland blijft het oorspronkelijke voorstel van minister Brandt het uitgangspunt voor de discussiebasis. Het is echter een minimum. De voorkeur blijft uitgaan naar het Benelux-memorandum. De Nederlandse taktiek zal er verder op gericht moeten zijn de tegenstellingen tussen de Franse en Duitse visie op het handelspolitieke arrangement aan het licht te brengen en de beperkingen van deze voorstellen duidelijk te maken.
De verwachting is dat Nederland niet op korte termijn in een geïsoleerde positie zal geraken.
Ook wijdde de CoCo aandacht aan het plan van minister Debré tot versterking van de Gemeenschappen. Het is zonder meer duidelijk dat Nederland aan het vaststellen van een bepaalde prioriteitenkalender voor de interne voltooiing van de EEG op dit moment geen behoefte heeft.
Zie ook