Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01680
12-04-1961
Samenvatting
Nederlandse houding op de aanstaande topconferentie van de EEG te Bonn (19 mei 1961).
Het is gewenst dat de Nederlandse regering een standpunt bepaalt over welke voorwaarden Nederland zal stellen m.b.t. de regeling der economische betrekkingen met het VK als prijs voor een Nederlandse deelname aan geïnstitutonaliseerde gesprekken. Hierbij wordt ervan uitgegaan, dat de voorwaarde voor Engelands deelneming aan het politiek topoverleg niet zal worden ingewilligd zolang het VK niet bereid is ook de rechten en verplichtingen van het EEG-verdrag te aanvaarden.
De Nederlandse delegatie zou een poging kunnen ondernemen zijn EEG-partners te bewegen een duidelijke, positieve positie in te nemen t.a.v. een samenwerking tussen de EEG en Engeland. Dit zou kunnen worden gegoten in een aanbod aan Engeland in antwoord op de voorstellen van Heath dat Engeland bereid zou zijn toetreding tot EGKS en Euratom in overweging te nemen en wat betreft EEG zich niet zou uitspreken zolang niet bekend zou zijn wat de regeling zou zijn t,a,v, het Commonwealth-probleem en de landbouw. Hoewel niet duidelijk is of Londen bereid zou zijn over lidmaatschap van de EEG te onderhandelen, moet men toch ernstig overwegen een eventueel EEG-aanbod te baseren op volledig lidmaatschap.