Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01734
31-01-1963
Samenvatting
Verslag vergadering Beperkte Groep voor Toetredingsproblemen uit de Coördinatie Commissie van 31 januari 1963.
De BG heeft zich beraden over de consequenties van het stopzetten van de onderhandelingen met Engeland.
1. Het is duidelijk dat de Nederlandse bijdrage tot wijziging van het Franse standpunt slechts bescheiden kan zijn. De drijfveren van de Franse president liggen vooral op het politieke vlak, waarop de regering slechts geringe invloed kan uitoefenen. Bovendien ligt de sleutel bij hen die de Franse politiek in hun wezen kunnen aantasten, t.w. het Franse volk, de Bundestad en president Kennedy.
2. Niettemin zal door Nederland actie moeten worden ondernomen om een politieke daad te stellen tegenover de ondemocratische handelwijze van de Franse president, ten einde de isolatie van Frankrijk te stabiliseren, om druk uit te oefenen op de Bundestag en om de kloof met Engeland niet nog groter te maken.
3. Gezocht moet worden naar vormen van politieke samenwerking met Engeland.
4. Ook zou kunnen worden nagegaan of de Benelux een initiatief zou kunnen nemen, om een oplossing te vinden voor de resterende problemen. Dit voorstel zal eerst aan de vijf en Engeland worden voorgelegd.
5. T.a.v. acties binnen de EEG bestond verschil van mening over de vraag of daarbij selectief te werk zou moeten worden gegaan. Opgemerkt werd dat een afremming van de EEG die zich zou beperken tot onderwerpen die voor Frankrijk van belang zijn, in de praktijk weinig om het lijf kan hebben. De meerderheid van de Groep meende dat de blokkeringsactie zich zou moeten beperken tot bepaalde onderwerpen, zoals de Afrikaanse associatie en landbouwreglementen. Voorts meende de Groep dat op korte termijn geen Raadszittingen moeten worden gehouden.
6. Om de kloof met Engeland niet groter te maken, zou kunnen worden afgesproken dat belangrijke EEG-beslissingen niet dan na consultatie met Engeland kunnen worden genomen.