S01829
25-05-1961
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1002. Tweede versnellingsronde.
Begeleidt nota van 23/5 die EZ na overleg in de Coördinatiecommissie naar de ministerraad heeft gestuurd. Het vraagstuk zal aan de orde komen tijdens de Raadszitting van 29 en 30 mei a.s.
Vóór 1 juli moet worden beslist of aan het eind van het jaar de tarieven tussen de EEG-landen met een extra percentage van 10% verlaagd kunnen worden. In het midden wordt nog gelaten of deze versnelling alleen voor industriële of ook voor landbouwproducten moet gelden.
In de nota wordt behalve aan de landbouw ook aandacht besteed aan het vervoer. Er zijn drie oplossingen mogelijk. A) De 2e versnellingsronde wordt afgewezen op grond van het feit, dat de eerste ronde op het gebied van de landbouw op onbevredigende wijze is uitgevoerd. B) De versnelling wordt voorwaardelijk aanvaard. Daarvoor moeten in 1961 de nodige waarborgen worden verkregen dat de ontstane achterstand op landbouwgebied alsnog wordt ingehaald. C) Een extra versnelling wordt aanvaard waarbij Nederland waarschuwt dat het zijn standpunt t.a.v. de overgang naar de tweede etappe zal laten afhangen van de wijze waarop aan de Nederlandse bezwaren tegen de gang van zaken in de landbouw zal zijn tegemoetgekomen.
Kymmell adviseert om in de ministerraad een voorkeur uit te spreken voor optie B.
Begeleidt nota van 23/5 die EZ na overleg in de Coördinatiecommissie naar de ministerraad heeft gestuurd. Het vraagstuk zal aan de orde komen tijdens de Raadszitting van 29 en 30 mei a.s.
Vóór 1 juli moet worden beslist of aan het eind van het jaar de tarieven tussen de EEG-landen met een extra percentage van 10% verlaagd kunnen worden. In het midden wordt nog gelaten of deze versnelling alleen voor industriële of ook voor landbouwproducten moet gelden.
In de nota wordt behalve aan de landbouw ook aandacht besteed aan het vervoer. Er zijn drie oplossingen mogelijk. A) De 2e versnellingsronde wordt afgewezen op grond van het feit, dat de eerste ronde op het gebied van de landbouw op onbevredigende wijze is uitgevoerd. B) De versnelling wordt voorwaardelijk aanvaard. Daarvoor moeten in 1961 de nodige waarborgen worden verkregen dat de ontstane achterstand op landbouwgebied alsnog wordt ingehaald. C) Een extra versnelling wordt aanvaard waarbij Nederland waarschuwt dat het zijn standpunt t.a.v. de overgang naar de tweede etappe zal laten afhangen van de wijze waarop aan de Nederlandse bezwaren tegen de gang van zaken in de landbouw zal zijn tegemoetgekomen.
Kymmell adviseert om in de ministerraad een voorkeur uit te spreken voor optie B.