Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01874
15-09-1970
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1104. Europese eenwording.
In het rapport dat de ministers van Buitenlandse Zaken in juli goedkeurden, staat een gedeelte inzake verdere activiteiten in de richting van Europese eenwording dat niet zonder moeite op Nederlands initiatief in het rapport werd opgenomen. Over twee jaar moet er een nieuw rapport komen, waarvoor Nederland de fundamenten moet leggen. Het gaat erom dat Nederland zich zelf moet beraden wat het wil en hoe zij de graduele opbouw van Europa voorstelt.
De eerste taak die verricht dient te worden dat moet worden overwogen wat in de toekomst federatief moet worden geregeld en op welke wijze de geleidelijke overgang naar een communautaire regeling op elk der deelgebieden dient te geschieden. Daarbij moet gewaakt worden om teveel hooi op de vork te nemen en een ruime tijdsmarge in acht nemen. De stap-voor-stap-benadering is de enige practische methode.
Voorts moet in een vroeg stadium worden aangegeven op welke wijze de Europese organen bij de te verwachten arbeid zullen kunnen worden ingeschakeld. Nederland zal alle zeilen moeten bijzetten om te kunnen komen tot een initiatief op dit terrein. Het moment hiervoor lijkt gunstig.