Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01998
11-09-1969
Samenvatting
223. Europese topconferentie. Brief van minister van Buitenlandse Zaken.
1. De onbestemde sympathie van de Tweede Kamer voor de topconferentie maakt het er niet makelijker op om de kwestie zakelijker te benaderen. De uitspraken werden uitgelokt door de door Luns gestelde 'voorwaarden', die zo negatief geformuleerd zijn en licht van gehalte, dat velen er niets anders in kunnen zien dan de verstokte dwarsliggerij t.o.v iedere ontwikkeling van het Europa van de zes. Het debat zou wellicht anders zijn gelopen indien men het van regeringzijde positief zou hebben gesteld.
In de nota van BuZa is ook niets terug te vinden van de klassieke Nederlandse eisen. Op een pijnlijke manier wordt aan het licht gebracht dat het aan een integrale beleidsvisie ontbreekt. De nota wekt de indruk dat Nederland reeds tevreden zou zijn met een bereidheid van de zes om het toetredingsvraagstuk ernstig in studie te nemen.
Het is daarom beter om Buitenlandse Zaken te vragen met spoed een integrale beleidsnota op te stellen.