Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02044
07-09-1972
Actoren
Conclusies met bijlage
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 7 sept. 1972.
Met het oog op de ministeriële bijeenkomsten van 11 en 12 sept te Rome en de voorbereiding van de topconferentie werd gesproken over het document (bijgevoegd) van de ad hoc groep. De verwachting is dat geen grote vorderingen zullen worden gemaakt inzake de Europese eenwording. Reden is de delicate politieke situatie voorafgaand aan de referenda over toetreding in Denemarken en Noorwegen.
EMU. Verwacht wordt dat in feite niet meer zal gebeuren dan het bevestigen van de bestaande situatie. De CoCo meent dat het Belgische voorstel om het monetair fonds gesteund moet worden, maar verwacht dat de betekenis van het fonds vooralsnog gering zal zijn.
EPS en institutionele versterking. Ook hier worden slechts geringe vorderingen verwacht. Nederland wil echter vasthouden aan de voorstellen voor versterking. Aan de instelling van een politiek secretariaat is vooralsnog geen behoefte. Aan een besluit tot instelling kan alleen worden meegewerkt als dit secretariaat in Brussel wordt gevestigd.
Inzake de externe betrekkingen was er geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen.
Zie ook