Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Hirsch aan Minister-President De Jong betreffende de Europese Topconferentie.
De ernstige crisis die de EG doormaken, tonen duidelijk aan dat zonder een beslissende stap voorwaarts alles wat is bereikt het risico loopt weer in te storten. Er rust een zware verantwoordelijkheid op de a.s. topconferentie. Als zij weer slechts uitloopt op verklaringen van goede wil, zal de teleurstelling groot zijn en het proces van afbraak snel volgen. De EFB formuleert enkele noodzakelijke voorstellen.
1. De Raad der EG geeft aan de Commissie volmacht onderhandelingen aan te gaan met het VK en andere kandidaatleden.
2. De voorstellen inzake de financiering van het landbouwbeleid moeten voor het einde van het volgende jaar zijn aangenomen.
3. Ditzelfde geldt voor het in werking treden van de eerste etappes van de monetaire samenwerking op basis van het plan-Barre.
4. De Commissie moet vanaf 1970 beschikken over eigen middelen.
5. In 1970 moet worden overgegaan tot directe verkiezingen van het Europees Parlement
6. Totstandkoming van de Europese Universiteit in Florence in 1970.
7. Er moet met grote spoed een conferentie belegd worden, bestaande uit vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, de kandidaat-landen en vertegenwoordigers van de Commissie. Deze conferentie moet een plan opstellen voor een federatie van de deelnemende landen.